Mischa Brendel
Het ruimteagentschap van het Zwitserse technologie-instituut EPFL (École Polytechnique Fédérale de Lausanne) ontwikkelt een satelliet die ruimtepuin op moet ruimen.
Het project, CleanSpace One, richt zich eerst op de ontwikkeling van één satelliet die een prototype moet worden van een familie van ‘de-orbiting’satellieten.
De satelliet moet gaan jagen op andere, niet meer functionerende satellieten en rakettrappen. Het eerste model gaat hierbij op een zelfmoordmissie: na lancering past deze zich aan de snelheid van het ruimtepuin dat verwijderd moet worden aan, om dit puin vervolgens vast te grijpen. Tot slot stuurt de Zwitserse opruimsatelliet zichzelf samen met het ruimtepuin in de atmosfeer van de aarde, waar beiden verbranden.
Lees verder onder de afbeelding
De satelliet vliegt naar het ruimtepuin, grijpt dit vast en stort zichzelf met puin de atmosfeer in (Copyright: EPFL)
Volgens het EPFL moeten er wel nieuwe technologieën ontwikkeld worden om het programma mogelijk te maken. Zo denken de onderzoekers van het instituut aan een compacte motor om de satelliet naar het ruimtepuin te laten navigeren.
Voor de ontwikkeling van de grijparm willen de Zwitsers hun inspiratie uit de natuur halen, door het grijpmechanisme van een plant of dier te kopiëren. Wat de grijptaak nog ingewikkelder maakt, is het feit dat satellieten of ander ruimtepuin vaak niet alleen om de aarde heen draait, maar ook om een eigen as.
Hoewel de Zwitserse satelliet bij de operatie verloren gaat, is CleanSpace One geen eenmalige gebeurtenis. De onderzoekers denken dat het in de toekomst mogelijk is om hun satellieten meerdere stukken ruimtepuin te laten vernietigen.
Als symbolisch eerste doel hebben de Zwitsers echter een doel van eigen makelij voor ogen: ofwel de Swisscube picosatelliet die in 2009 werd gelanceerd, ofwel diens neefje, Tlsat, die in juli 2010 werd gelanceerd.
Het EPFL schat de kosten van project CleanSpace One, inclusief de lancering van de eerste satelliet, op circa tien miljoen Zwitserse franc (ruim acht miljoen euro). Afhankelijk van de verkregen subsidie en de interesse van industriële partners zal de satelliet binnen drie tot vijf jaar gelanceerd worden.