Teake Zuidema
Uber kampt met problemen met zijn zelfrijdende auto’s. Hoe nu verder?
Uber stopte zijn tests met zelfrijdende auto’s tijdelijk na een auto-ongeluk in Arizona vorige week, maar uit documenten waar website Recode eerder beslag op wist te leggen, blijkt dat het personenvervoersbedrijf al veel langer kampt met problemen met zijn 43 zelfrijdende auto’s in Californië, Phoenix en Pittsburgh. Deze Volvo’s besturen zichzelf, maar er zit altijd iemand achter het stuur om in te grijpen. Vaak zit er ook een passagier op de achterbank.
Uit de gegevens in handen van Recode blijkt dat de auto’s in zeven dagen bij elkaar 32.766 km aflegden. Opmerkelijker is echter dat de data laten zien dat het aantal kilometers dat gereden kon worden zonder ingrijpen van de chauffeurs in de betreffende week niet hoger was dan 1,29 km. Het ingrijpen was nodig, omdat de zelfrijdende auto de situatie niet zelfstandig kon afhandelen.
Dit hoge ingreepcijfer is in een jaar tijd nauwelijks veranderd. Het aantal ‘kritische’ interventies – waarbij een ingreep noodzakelijk is om te voorkomen dat de auto een persoon of andere auto aanrijdt – is in een jaar tijd wel aanzienlijk verbeterd. De bestuurder van een zelfrijdende auto hoeft nu nog gemiddeld slechts eens op iedere 322 km in te grijpen om een ernstig ongeluk te voorkomen.
In Californië zijn bedrijven die op de openbare weg proeven doen met zelfrijdende auto’s trouwens verplicht hun testresultaten bekend te maken. Uit die data blijkt dat de prestaties van Waymo – voorheen bekend als de zelfrijdende auto’s van Google – met sprongen vooruitgaan.
