Benno Boeters
Warmtebedrijf Ede/MPD Groene Energie nam vorige maand zijn tweede installatie voor verbranding van biomassa officieel in gebruik.
De twee nieuwe ketels, met elk een vermogen van 4,5 MW, draaien grotendeels op afvalhout uit de omgeving, de Gelderse Vallei. Ondertussen breidt Warmtebedrijf Ede zijn stadswarmtenet verder uit; van de ongeveer 10.000 aangesloten woningen en bedrijven (en een zwembad, sportaccommodaties en onderwijsinstellingen) wil men naar 20.000 warmteafnemers in 2020. Het plan is om een derde installatie – ook van 2 x 4,5 MW – te bouwen. De stoomturbines leveren ook elektriciteit aan het openbare net, met een capaciteit van 300 kW elk. Er is zelfs een warmteleiding die een fietspad vorstvrij houdt in de winter.
Valentijn Kleijnen, directeur van Warmtebedrijf Ede, legt uit dat het initiatief om in Ede een stadsverwarmingsinstallatie op biomassa te bouwen voortkwam uit het zogenoemde Prunusprobleem, de woekering van de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), ofwel bospest. Die wordt in de bosrijke omgeving gesnoeid en dient als grondstof voor de ovens. Daarnaast brengen veel burgers hun tuinafval naar de gemeentewerf; van daaruit gaat dat ook richting de twee biomassa-installaties. De hoeveelheid onkruid en snoeiafval is zo groot dat er dus nu al weer een derde installatie gepland staat.
Sweco begeleidde ontwerp en bouw van deze, nu in gebruik genomen, tweede installatie aan de Geerweg. Gemeente, provincie, woningcorporatie Woonstede en Alliander werken met MPD Groene Energie (een privaat bedrijf) samen om het warmtenet verder uit te breiden.
