Mischa Brendel
Werktuigbouwkunde biedt van alle technische studies de grootste kans op een baan, zo blijkt uit de nieuwste studiekeuzegids, de Keuzegids Masters 2012. De gids geeft wederom een overzicht van de kwaliteit van de verschillende studies – op basis van de waarderingen van zowel studenten als onderwijsexperts – en op de toekomstperspectieven van deze opleidingen voor de arbeidsmarkt.
De redactie van de keuzegids begint met een kritiekpunt, namelijk dat de voorlichting van de onderwijsinstellingen flink wordt gekleurd door het eigen belang om studenten in huis te halen en te houden: ‘Het is net als in andere markten: de aanbieders regeren, en de onwetende consument heeft het nakijken.’
Op de meeste technische studies valt weinig aan te merken: de opleidingen zijn kwalitatief prima en de voorkeur voor een bepaalde instelling hangt dan ook vooral af van de voorkeuren van de student zelf. Er zijn echter een paar uitschieters. De opleidingen biomedical engineering (TU/e) en nanoscience (RUG) worden erg hoog gewaardeerd, alsook de hbo-opleiding control systems engineering (HAN).
Een negatieve uitschieter is de opleiding kunstmatige intelligentie (ai) in het algemeen. Studenten waarderen deze studie weliswaar niet negatief, maar onderwijsexperts vinden hem nog altijd beneden de maat.
Bij de TU/e en de TUD schiet de opleiding bouwkunde te kort: vooral de studielast blijkt hier te hoog. Maar deze zelfde opleiding bouwkunde levert, samen met de opleiding civiele techniek, in de technische sector nog altijd een goede kans op een baan. De beste perspectieven zijn er echter voor de werktuigbouwkundestudenten; hun arbeidsmarktperspectief wordt gewaardeerd op ‘zeer goed.’