Wendelstein 7-X sluit laatste ring

Leestijd: < 1 minuten

Nicole Bosch

Met een machine van 500 ton waterstof opwarmen tot 100 miljoen graden en zo de zon nabootsen.

Dat is wat het Duitse Max Planck Instituut voor Plasmafysica probeert met de stellarator Wendelstein 7-X. De kernfusiereactor bestaat uit vijf delen. Met een speciale kraan is vorige week het laatste, honderd ton zware deel geplaatst. Het startschot voor de eerste experimenten in Greifswald wordt in 2014 verwacht.

Technisch is het moeilijk is om het verloop van een kernfusiereactie te controleren. In een afgesloten ruimte moet het plasma (geïoniseerd gas) waarin de reactie plaatsvindt, worden opgewarmd tot maar liefst honderd miljoen graden Celsius. Bij deze temperaturen kunnen waterstofkernen tot helium versmelten en daarbij komt enorm veel energie vrij. Het is hetzelfde proces als in het middelpunt van de zon plaatsvindt. De kernfusie moet plaatsvinden in de plasmakamer, een soort mega-magnetron, waarin het plasma met een magneetveld van de wand wordt afgehouden, omdat deze anders te veel zou opwarmen.

Tot nu toe konden wetenschappers het kernfusieproces nauwelijks controleren. Het record staat op naam van de Jet-reactor in Culham, Engeland. Die fusiereactie duurde twee seconden en dat is nu vijftien jaar geleden. Het doel van het Max Planck Instituut is om minstens dertig minuten lang een gecontroleerde kernfusie te realiseren. Er werken ongeveer vijfhonderd mensen aan de nieuwe reactor.

Wendelstein 7-X is een zogenoemde stellarator. Alhoewel een stellarator een zeer complexe vorm heeft, kan een fusiecentrale gebaseerd op dit concept compacter en goedkoper gebouwd worden dan tokamaks (donutvormige reactoren), zoals ITER in Zuid-Frankrijk. Het Duitse project kost zo´n vijfhonderd miljoen euro.

Lees ook

Nieuwsbrief