Nieuws
0

War for Talent

Teake Zuidema

Amerikanen drukken zich graag krijgshaftig uit.

Daarom is er een War on Drugs, een War on Cancer en een War on Head Lice (juist: hoofdluizen). De lijst van ‘oorlogen’ is eindeloos. Volgens Fox News is er zelfs een War on Christmas gaande. En in het meest recente nummer van Foreign Policy pleit Jeffrey E. Garten, voormalige decaan van de Yale School of Management, voor een extra oorlog: The Global War for Talent.

Zijn stelling: nu de Amerikaanse economie in de lift zit en de rest van de wereld in het slop, heeft Amerika een mooie kans nog meer zogenaamd STEM-talent (Science, Technology, Engineering and Mathematics) uit de hele wereld naar de VS te halen.

Garten’s logica is duidelijk. Volgens de Council on Foreign Relations was in de periode 1980-2006 40 % van alle studenten in Amerikaanse ingenieurs- en computeropleidingen buitenlander. In 2006 was ook 40 % van alle promovendi in deze opleidingen van buitenlandse komaf. Volgens de National Science Foundation komt anno 2015 18 % van alle wetenschappers en ingenieurs van buiten de VS en verwierven zij tussen 1980 en 2010 zo’n 25 % van alle nieuwe internationale patenten in Amerika. De American Competitiveness Alliance stelt dat hoogopgeleide immigranten sinds 1990 verantwoordelijk zijn voor een derde van de groei in de Amerikaanse productiviteit.

Buitenlanders importeren is één mogelijkheid, maar het lijkt me zinvoller het onderwijssysteem te verbeteren zodat meer studenten die in Amerika zijn geboren ook gereed zijn voor een succesvolle carrière in een technisch vak, want aan het Amerikaanse onderwijssysteem schort wel het één en ander.

Volgens de wet kan de VS nu ieder jaar 60.000 buitenlandse specialisten toelaten en mogen 20.000 buitenlanders die in de VS afstuderen in het land blijven. Garten wil de wet zo wijzigen dat alle buitenlanders die afstuderen aan Amerikaanse universiteiten in ieder geval tien jaar mogen blijven. Zo’n wetsverandering zit er niet in. De migratieproblematiek is ook in de VS voornamelijk munitie voor oververhitte discussies. Een politicus die met echte oplossingen komt, wordt meteen afgebrand.

De komst van getalenteerde buitenlanders is overigens altijd een enorme stimulans geweest voor de Amerikaanse economie. Denk maar even aan de Schot Alexander Graham Bell, de Serviër Nicola Tesla, de Duitser Werner von Braun, de Hongaar Andy Grove, de Nederlander Willem Kolff en de Zuid-Afrikaan Elon Musk. Sinds 1901 is 42 % van alle Nobelprijzen in de VS beland. Een derde deel van die winnaars is buiten Amerika geboren.

Toch beweren Amerikaanse bedrijven nog steeds problemen te hebben bij het vinden van voldoende hooggekwalificeerde werknemers. Vandaar dat in Garten’s oorlog de Amerikaanse grenzen verder open moeten om, zeer selectief, knappe STEM-koppen binnen te halen.

De ‘brain gain’ voor Amerika betekent veelal echter een ‘brain drain’ voor landen in Azië, Europa, Latijns-Amerika en Afrika, die voor hun economische groei ook afhankelijk zijn van hoogopgeleiden en ondernemers met een technische achtergrond. Zo’n 70 % van alle Mexicanen met een PhD werkt in Amerika en 60 % van alle Chinese studenten keert niet terug naar China. Garten erkent dat het wegsnaaien van nog meer talent kwaad bloed zal zetten. Maar ja, oorlog is oorlog.

Misschien moeten ze om te beginnen aan die term eens iets doen. Internationale economische en sociale conflicten definiëren als ‘oorlogen’ sluit immers bij voorbaat al de mogelijkheid uit dat je met internationaal overleg ook maar iets kan oplossen.

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×