Waarom heeft iedereen het over kleine kernreactoren?

Leestijd: 2 minuten

Mark van der Heijden

Het kabinet heeft plannen om in Nederland twee nieuwe kerncentrales te bouwen. CDA-Tweede Kamerlid Henri Bontenbal vindt dat niet ambitieus genoeg. Hij wil dat het kabinet werk gaat maken van de ontwikkeling van kleine, modulaire kernreactoren. Waarom is iedereen enthousiast over de Small Modular Reactors?

Het laatste klimaatrapport van het IPCC legde nog maar weer eens de vinger op de zere plek: we moeten het gebruik van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk afbouwen. Altijd komt dan de oproep te investeren in kerncentrales. Deze hebben zo hun eigen problemen, maar ook een groot voordeel: ze stoten geen CO2 uit.

Nu had het kabinet Rutte IV bij zijn aantreden al laten weten dat de kerncentrale in Borssele langer open kan blijven en dat het de benodigde stappen zal zetten voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Zo belooft het kabinet onder meer dat het marktpartijen zal faciliteren en zal zorgen voor veilige, permanente opslag van kernafval.

Henri Bontenbal grijpt het IPCC-rapport aan om te wijzen op de inzet van kleine, modulaire kernreactoren, ofwel SMR’s (small modular reactors). Wat zijn die SMR’s? Waarom stelt Bontenbal juist deze reactoren voor? En waarom investeren grote bedrijven als Rolls-Royce en de Amerikaanse staalfabrikant Nucor Corporation hierin?

SMR’s zijn kleine kernreactoren met een vermogen tussen 10 MW en 300 MW. Deze reactoren zijn modulair, worden in een fabriek gefabriceerd en op locatie geïnstalleerd. Daardoor is de bouwtijd korter, de kostprijs lager en kunnen ze geïnstalleerd worden op plekken waar grote kerncentrales niet passen.

Dit maakt het tevens mogelijk deze centrales op gunstige plekken in het elektriciteitsnet in te passen. Ook kan een al reactor al in werking worden gesteld terwijl andere eenheden nog in aanbouw zijn. Deze kunnen later alsnog gecombineerd worden.

De reactoren zijn bovendien inherent veiliger. Niet alleen worden ze in een fabriek geproduceerd, waardoor de kwaliteit makkelijker is te controleren, ze hebben ook een walk away safe-ontwerp. Warmte kan makkelijk ontsnappen waardoor de centrale zich zelf koelt bij een eventueel incident.

De warmte die vrijkomt bij de energieproductie kan ingezet worden voor warmtelevering aan de gebouwde omgeving of de industrie, bijvoorbeeld meer efficiënte waterstofproductie. En doordat een elektrolyser en een SMR vrijwel continu moeten draaien om rendabel te zijn, vormen zij een uitstekende combinatie.

Juist dat maakt SMR’s interessant. Nederland telt vijf industrieclusters die veel fossiele energie gebruiken. Aan verduurzaming wordt gewerkt, maar de randvoorwaarde is dat er voldoende CO2-vrije elektriciteit en waterstof beschikbaar is. Door een SMR dicht bij zo’n cluster te plaatsen is dat in voldoende mate aanwezig, zonder het elektriciteitsnet te overbelasten.

Deze voordelen doen zich natuurlijk overal voor. Wereldwijd, met name Canada, China, Frankrijk, VK en VS, wordt daarom aan 70 SMR-ontwerpen gewerkt. Vooral Canada loopt hierin voorop, het land verwacht in 2028 een eerste SMR in werking te hebben. Na 2030 kunnen deze grootschalig worden gebouwd.

Tenminste, dat is de verwachting. Veel is nog onduidelijk. De kosten van een SMR van 300MW worden geschat tussen de 1,5 en 2,8 miljard euro, een flinke marge. Onbekend is ook of SMR’s zullen werken als gedacht of dat er zich nog onbekende problemen zullen voordoen. Ook zal het juridische traject van vergunningen een uitdaging zijn. Maar de voordelen wegen op dit moment fors zwaarder dan de nadelen of onzekerheden.

Lees ook

Nieuwsbrief