Vanochtend slagroom, vanmiddag windmolens

Leestijd: 3 minuten

Teun van den Heuvel

Technologie is nooit af. Mensen blijven op zoek naar verbeteringen. Hoe kan het handiger, sneller, veiliger, lekkerder? Het antwoord op zo’n vraag is vaak een kwestie van creativiteit: een technische oplossing die wezenlijk afwijkt van wat gangbaar is: een uitvinding. 

In de menselijke geschiedenis zie je dat onze vooruitgang van uitvindingen aan elkaar hangt. Het begon met vuur en het wiel; nu, in de 21e eeuw, sturen we bijna mensen naar Mars.

Wat drijft al die uitvinders onder ons? Dat kan van alles zijn. Ik denk dat het vooruitzicht van erkenning en beloning een grote rol speelt. Om die te krijgen, is het wel van belang dat niet iedereen de uitvinding zomaar mag kopiëren. Bijna overal ter wereld kunnen uitvinders daarom in aanmerking komen voor een patent, oftewel een octrooi: een document van de overheid dat de houder het exclusieve recht geeft om de uitvinding commercieel toe te passen. Zo worden uitvinders en bedrijven gestimuleerd om te blijven innoveren en om daarbij hun kennis te delen met de rest van de wereld.

De overheid stelt strenge eisen aan octrooien. Terecht, anders zouden bedrijven elkaar bijna alles kunnen verbieden. Octrooien aanvragen en verleend krijgen is specialistisch werk: het vraagt technisch én juridisch inzicht, en flink wat puzzelwerk. Waarin verschilt het nieuwe idee precies van eerdere ideeën? Welk aspect geeft de essentiële verbetering? En hoe kun je beargumenteren dat het idee niet voor de hand ligt? Dat soort gepuzzel is mijn dagelijkse werk.

Sinds een jaar ben ik Trainee Patent Attorney, in het Nederlands: octrooigemachtigde in opleiding. Samen met mijn collega’s help ik uitvinders en bedrijven om octrooien te krijgen, zodat zij uiteindelijk zelf de vruchten kunnen plukken van hun innovaties. In overleg met de klant stellen we eerst de octrooiaanvraag op: een nauwkeurige beschrijving, vaak met tekeningen, van de belangrijke aspecten van de uitvinding. Meestal wordt het octrooi niet direct verleend. De overheid komt eerst met voorbeelden die deels overeenkomen met de uitvinding. Wij gaan dan aan de slag om aan te tonen dat de uitvinding wel degelijk nieuw en inventief is. Tijdens dat proces adviseren we de klant steeds over de te nemen stappen.

Zo heb ik vanochtend zitten puzzelen op slagroomspuiten. Onze klant heeft bedacht hoe je de kop van een slagroomspuit gebruiksvriendelijker en hygiënischer kunt maken. Volgens de onderzoeker van het Europees Octrooibureau was dat idee al in 1986 bekend. Dat zou betekenen dat de klant hiervoor geen octrooi kan krijgen. Maar heeft de onderzoeker het wel goed gezien? Kloppen zijn argumenten wel? Mijn conclusie: de spuitkop uit 1986 mist een essentieel aspect vergeleken met de nieuwe spuitkop. Kijk zelf maar naar de plaatjes hieronder.



Waarin verschilt de nieuwe slagroomspuitkop van de oude?

Vanmiddag schrijf ik verder aan een octrooiaanvraag voor een nieuw type windmolens. Een heel andere klant, een heel ander onderwerp en een andere fase in de procedure. Maar nog steeds technisch en juridisch gepuzzel. Ik zou er graag meer over vertellen, maar dat kan pas later, als de aanvraag is ingediend: tot dan moet de uitvinding geheim blijven!

Morgen krijg ik les over de juridische kanten van mijn werk. De docent is in zijn dagelijks leven rechter, dus hij zou er verstand van moeten hebben. De komende 2 jaar moet ik in 6 tentamens laten zien dat ik dit werk ook zonder begeleiding van mijn mentor kan doen. Een hele opgave, maar meer dan de moeite waard voor zo’n uitdagende en afwisselende baan. Na nog een paar jaar kan ik zelf trainees opleiden naast mijn dagelijkse puzzelwerk voor klanten. Zo gaan we door: zolang er uitvindingen worden gedaan, hoeven octrooigemachtigden zich geen moment te vervelen.

 


Teun van den Heuvel is Trainee Patent Attorney bij V.O. Patents & Trademarks

Lees ook

Nieuwsbrief

Onze sponsor: