Gerald Schut
Alle Nederlandse kolencentrales moeten dicht. Vorige maand kondigde het kabinet aan die belofte uit het regeerakkoord waar te gaan maken. De oudste twee, de Amercentrale en de Hemwegcentrale, sluiten in 2024; de overige drie in 2030. De eigenaren RWE, Uniper (vroeger E.ON) en Engie (vroeger GDF Suez) stribbelen tegen, maar als Nederland werkelijk in 2030 haar CO2-uitstoot met 49 % gereduceerd wil hebben ten opzichte van 1990, zoals de overkoepelende ambitie in het regeerakkoord luidt, zit er weinig anders op. Dan zijn die kolencentrales ‘no brainers’.
Even vanzelfsprekend is het om nieuwe woningen en kantoorpanden niet langer een gasaansluiting te geven, wanneer deze over een duur van 50 jaar afgeschreven moeten worden, terwijl we weten dat we ver voor die tijd definitief van het gas af zullen zijn. Een gasaansluiting is bovendien absoluut onnodig bij nieuwbouwwoningen en -kantoorpanden die zo goed geïsoleerd zijn dat de energievraag er miniem is en heel eenvoudig met elektra of een warmtenet is op te vangen.
Het grote praktische nut van het kabinetsbesluit om nieuwbouw al per 1 juli in plaats van per 1 januari 2019 de facto gasloos te maken blijkt wel uit verslaggeving op Radio 1, die onthulde dat er in de bouwsector nog 100.000 bouwvergunningen met gasaansluiting op de plank lagen om er voor het einde van het jaar doorheen te jagen. Dat zouden 100.000 gasaansluitingen van gemeenschapsgeld geweest zijn, waarvan we weten dat ze binnen de kortste keren overbodig geweest zouden zijn.
Minder vanzelfsprekend vanuit klimaatperspectief is de beweging om onder de vlag #VanGasLos zo snel mogelijk alle gasaansluitingen in Nederland af te sluiten. Het verzet tegen gas begint dogmatische trekken te krijgen. De solidariteit met Groningen lijkt groter dan de solidariteit met onze kleinkinderen. Zo werd onlangs in een speciale uitzending van Radar + gesteld dat de eerste stap die je moet zetten als je je huis wilt verduurzamen het wegdoen van je gasfornuis is. Helaas is dat pure symboolpolitiek: aan koken gaat ongeveer 1 % van het gasverbruik van een huishouden op.
Het debat over de renovatie van het Binnenhof was een ander voorbeeld van doorgeschoten anti-gasdenken. Het Binnenhof heeft al geen cv-ketels, omdat het is aangesloten op stadswarmte. Maar die stadswarmte is afkomstig van een gascentrale, en dat was voor sommige parlementariërs onacceptabel, want gas moet in de ban. Dat de gascentrale waar de warmte vandaan komt dankzij slimme aansturing extreem hoge rendementen haalt en dankzij warmteterugwinning de stad verwarmt met warmte die in andere gascentrales verloren gaat, maakt niet uit.
Voorlopig wordt onze elektriciteit zo’n beetje voor de helft opgewekt met gas en voor de helft met kolen en een heel klein beetje met hernieuwbaar. Als we tegelijkertijd de kolencentrales sluiten en onze energievraag verder elektrificeren, kunnen we maar beter zuinig zijn op onze gascentrales.