Jaap Faber
Tot nu toe waren altijd agressieve chemicaliën of stoom nodig om vet van verpakkingsplastic te verwijderen.
Daarna bleek het vaak niet mogelijk om het vet te recyclen. Het nieuwe Eindhovense bedrijf TUSTI heeft een milieuvriendelijk alternatief ontwikkeld: een schoonmaakproces en -middel die met koud water werken.
‘Als je niet oppast komt vet overal terecht, met alle gevolgen van dien voor milieu en veiligheid’, aldus medeoprichter en technisch brein van TUSTI Jan Kolijn. ‘In samenwerking met een machinebouwer in de buurt ontwierpen we de kern van onze installatie: een grote wastrommel met een diameter van bijna een meter. Die voeden we continu met vervuild plastic dat in de trommel wordt besproeid met een schoonmaakmiddel en met koud water.’ Het gewassen plastic verlaat de installatie automatisch via een opening in de trommel.
Kolijn vervolgt: ‘Aan het eind van dit proces komt het materiaal schoon uit de wasinstallatie. Daarna vermalen en drogen we dit materiaal, dat dan direct kan worden gebruikt in een productieproces voor kunststofproducten als emmers of regenpijpen.’
Over de exacte samenstelling van het schoonmaakmiddel wil Kolijn vanwege mogelijke concurrentie niets kwijt, anders dan dat het biologisch afbreekbaar is. Maar hij garandeert dat het milieuvriendelijk is: ‘Ik steek er zo mijn handen in.’ Het spul door de gootsteen spoelen mag vanwege mogelijke problemen bij de waterzuivering niet, maar dat is TUSTI sowieso niet van plan: het middel kan namelijk hergebruikt worden en levert bij verkoop zelfs geld op.
Vooral de kunststofverpakkingen voor frituurvet vormden tot nu toe een afvalproduct bij de inzameling van vet voor de vetverwerkende industrie. Die maakt daar onder andere biodiesel en zeep van. Om toch maar zoveel mogelijk vet uit de verpakkingen te halen, werden die tot kleine stukken vermalen. Wat dan overbleef was verpakkingsmateriaal dat moet worden verbrand: de vette kunststoffen waren niet te recyclen. Terwijl het vet nog wel recyclebaar was en het toegepaste kunststof van hoge kwaliteit; zoals al het synthetisch materiaal waarin voedsel verpakt wordt, voldoet het aan strenge eisen.
Sinds de oprichting van TUSTI een jaar geleden steekt men bij de nieuwe onderneming vrijwel alle energie in het ontwerpen van installaties en de logistieke afhandeling.
‘Ik kan andere starters uit eigen ervaring vertellen dat een goed idee of product hebben mooi is, maar je moet het natuurlijk ook nog verkopen’, aldus Kolijn. ‘En verkopen is een vak dat de meeste technisch specialisten niet altijd in zich hebben. Zorg dus dat je een commercieel ingesteld iemand aan je bindt.’
Bovendien, zegt hij, als je een industrieel proces wilt opzetten, plan dan vooral ruim. ‘Niets is standaard en vrijwel niets werkt vanaf dag één goed.’
