Mischa Brendel
De TU Eindhoven heeft een vliegwielsysteem voor automotoren ontwikkeld om de voertuigen zuiniger te laten rijden. Het systeem op basis van een vliegwiel van circa tien kilogram werkt alleen in een auto met een continu variabele transmissie (CVT), een traploze transmissie die ook in hybride auto’s wordt toegepast, maar is wel een stuk goedkoper dan een hybride systeem met batterijen. De vliegwielaandrijving is dan ook bedoeld als goedkoper alternatief voor hybride auto’s.
Het vliegwiel is gekoppeld aan de CVT van de auto. Wanneer de auto afremt, slaat deze de bewegingsenergie op in het vliegwiel, dat hierdoor snel gaat draaien. De auto gebruikt vervolgens deze energie om weer op te trekken. Is de energie uit het vliegwiel opgebruikt, dan neemt de verbrandingsmotor het weer over.
Dankzij regeltechnieken kan het vliegwiel ook bij het optrekken met de verbrandingsmotor energie opslaan in het vliegwiel, die de auto kan gebruiken als de verbrandingsmotor minder efficiënt loopt, bijvoorbeeld bij lagere snelheden. Het vliegwiel moet dan ook vooral voordeel opleveren bij het rijden in de stad.
TU/e-onderzoeker ir. Koos van Berkel wist het systeem zo af te stellen dat het nu mogelijk is om comfortabel met de vliegwielmotor te rijden. Het idee erachter is namelijk niet nieuw, zo vertelt hij: ‘Vooral in de jaren tachtig en negentig was het een populair onderzoeksthema. Maar de CVT-techniek was toen nog niet ver genoeg ontwikkeld om het betaalbaar te houden.’
Van Berkel ontwikkelde het systeem samen met kennisbedrijf Drivetrain Innovations BV., dat tevens het consortium dat het vliegwiel ontwikkelde leidt. Daarbij was het doel niet het ontwikkelen van een zo zuinig mogelijke auto, maar het komen tot een systeem dat een optimale verhouding tussen meerprijs en zuinigheid had. Volgens de ontwikkelaars is een vergelijkbaar hybride systeem tot vijf keer duurder.
Het vliegwielsysteem moet binnen enkele jaren productieklaar zijn.
