Spelen voor de wetenschap

Leestijd: 2 minuten

Thomas van de Sandt

Thuis met je mobiele telefoon een vliegende drone besturen en intussen de robotica een stapje verder helpen: dat kan met de app die de Europese ruimtevaartorganisatie ESA vorige week lanceerde.

Hiermee kunnen bezitters van de populaire Parrot.AR Drone een spel spelen waarbij ze hun vliegende robot met een iPhone proberen aan te meren aan een virtueel ruimtestation. Maar belangrijker: ESA gebruikt de data die het spel oplevert om de algoritmen te verbeteren voor vliegende, maar ook zich over land voortbewegende robots.

‘Dé uitdaging in de robotica is robots dingen laten doen die voor mensen makkelijk zijn, zoals voortbewegen door een ruimte en objecten ontwijken’, vertelt ESA-onderzoeker Guido de Croon, die samen met Paul Gerke en Ida Sprinkhuizen-Kuyper van de Radboud Universiteit de app ontwikkelde. ‘Normaal laten we robots zich dat zelf aanleren, maar daar is veel data voor nodig en die is in een onderzoeksomgeving niet snel voorhanden. Daarom bedachten we om het grote publiek in te schakelen.’

De keuze viel op de Parrot.AR Drone, een vliegende robot met vier rotorbladen, twee camera’s en allerlei sensoren, waarvan er wereldwijd meer dan een half miljoen zijn verkocht. Bovendien heeft de Franse fabrikant Parrot het protocol voor communicatie met de drone vrijgegeven.

Bezitters van de drone spelen het spel door een marker op een willekeurig object te plakken. Deze dient als virtueel docking station, waar de speler de drone naar toe moet manoeuvreren. Via de high score tabel kan hij zich vergelijken met andere spelers en zijn data uploaden naar ESA. Inmiddels zijn al meer dan drieduizend apps gedownload en stromen de eerste data binnen.

Wat is nu precies die informatie die ESA krijgt? ‘In ieder geval geen plaatjes’, zegt De Croon. Wij willen niet bij mensen naar binnen kijken en het zou ook teveel bandbreedte van de gebruiker vergen. Op de telefoon vindt al een deel van de dataverwerking plaats en de ruwe data gaat door naar ESA.’

Uiteindelijke doel van het project is het verbeteren van de algoritmen van afstandsschattingen, het herkennen van vormen en het kunnen inschatten van de grootte van objecten. ‘We hebben geen directe toepassing, maar wat we nu ontwikkelen kan zeker voor toekomstige ruimtevaartmissies belangrijk zijn’, aldus De Croon.

Lees ook

Nieuwsbrief

Onze sponsor: