Slimme bouten

Leestijd: 2 minuten

Mischa Brendel

Dankzij technologie ontwikkeld voor het International Space Station en de Marsrover Pathfinder kunnen bouten voor onder meer vliegtuigen en auto’s met veel grotere nauwkeurigheid worden aangedraaid.

Dankzij technologie ontwikkeld voor het International Space Station en de Marsrover Pathfinder kunnen bouten voor onder meer vliegtuigen en auto’s met veel grotere nauwkeurigheid worden aangedraaid.

 

Het aandraaien van bouten is een nauwkeurig werkje: zit de bout te strak, dan kunnen er onderdelen beschadigen; zit de bout te los, dan ontstaat er speling tussen onderdelen met wederom beschadigingen tot gevolg. Een bout precies strak genoeg aandraaien is daarom belangrijk.

 

Het Duitse bedrijf Intellifast heeft een bout ontwikkeld met een ingebouwde sensor om te meten hoe strak de bout is aangedraaid. Met behulp van het Technology Transfer Programme van ruimtevaartorganisatie ESA, werkt Intellifast nu samen met ZF Lemförder, welke onderdelen voor de auto-industrie ontwikkelt.

 

Om na te gaan of bouten goed zijn aangedraaid, zijn er momenteel twee methoden. De eerste is het aandraaien van de bouten met een momentsleutel. De tweede methode is om met echoscopie te meten hoe strak de bouten zijn aangedraaid. Nadeel van deze methode is dat er een vloeistof nodig is om je metingen te doen; dat is ook waarom er bij echo’s in ziekenhuizen gelei op de huid wordt gesmeerd voor er gemeten wordt. Een tweede nadeel van deze methode is dat metingen niet erg nauwkeurig zijn. ‘Als je iemand vijf keer een meting laat doen met deze methode, krijg je vijf keer een ander meetresultaat’, aldus Frank Scheuch, ingenieur bij Intellifast.

 

Bij het gebruik van momentsleutels en echoscopie konden de metingen tot wel dertig procent naast het optimum van de bouten zitten. Om er zeker van te zijn dat bouten hier niet door knappen, worden ze groter – en dus zwaarder – gemaakt dan nodig. De bouten met ingebouwde sensoren hebben een foutmarge van slechts drie procent, waardoor de bouten minder groot hoeven te zijn. Aangezien autofabrikanten het liefst zo licht mogelijke auto’s maken, is de ontwikkeling van de bouten erg belangrijk. Bovendien zitten de bouten, net als bij bijvoorbeeld straaljagers, vaak op plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn, waardoor los nameten erg moeilijk is. Bij de bouten met sensoren is het meten slechts een kwestie van het plaatsen van een meter op de bout, waarna de spanning op de bout direct af te lezen is.

Lees ook

Nieuwsbrief