Menno Steketee
Half september organiseerde het STARS-programma samen met drie ‘business developers’ van de technische universiteiten van Enschede, Eindhoven en Delft bijeenkomsten over technologie voor zogeheten ‘reconfigureerbare sensorsystemen’.
STARS (Sensor Technology Applied in Reconfigurable Systems) beoogt binnen vier jaar kennis en technologie te ontwikkelen waarmee in Nederland reconfigureerbare sensoren en sensornetwerken kunnen worden gebouwd.
Volgens projectdirecteur Rob Dekker vindt STARS zijn bestaansrecht onder meer ‘door de grote onvoorspelbaarheid en snel wisselende dreigingscenario’s binnen het veiligheidsdomein’. De bijeenkomsten, een mijlpaal binnen het programma, hadden tot doel om bedrijven kennis te laten maken met STARS.
Binnen het programma werken TNO en de technische universiteiten van Delft en Twente samen met industriële partijen, waaronder Thales Nederland, NXP en Recore Systems. De financiering is deels afkomstig van het Fonds Economische Structuurversterking, deels van een eigen bijdrage van de deelnemende partners. Het programma is halverwege de totale looptijd van vier jaar.
‘Beveiliging’ in de breedtse zin van het woord kent een grote dynamiek: omstandigheden wijzigen snel, er is een grote diversiteit aan potentiële dreigingen en er is veelal weinig tot geen waarschuwingstijd. Willen de autoriteiten tijdig en adequaat kunnen optreden, dan moeten zij op tijd beschikken over de juiste informatie. Sensoren en sensornetwerken moeten daarom als een Zwitsers zakmes zijn: flexibel, effectief, betrouwbaar en multifunctioneel. En de systemen moeten betaalbaar zijn.
Dekker stelt dat deze reconfigureerbaarheid van sensoren en sensornetwerken een sleutelrol speelt bij het realiseren van die eisen. Het gaat, zegt hij, om reconfigureerbaarheid op zowel systeemniveau, het niveau van het analoge frontend – de ‘voorkant’ – van de dataprocessing en op het niveau van de algoritmes en software.
Het hart van de organisatie wordt gevormd door vier onderzoeksthema’s. Het eerste onderzoeksthema heeft tot doel systemen uit te werken waarbij de functionaliteit snel kan worden aangepast aan snel wisselende omstandigheden of aan de wensen van specifieke militaire of civiele gebruikers. Thema twee richt zich op de ontwikkeling van reconfigureerbare, herbruikbare
frontend-sensortechnologie. Het derde onderzoeksthema buigt zich over reconfigureerbare chips voor digitale signaalverwerking. De reconfigureerbaarheid vereist op dit terrein een zeer hoge doorvoersnelheid van gegevens en enorme rekenkracht; zowel generieke processoren als toepassingsspecifieke processors bieden hier geen oplossing. Thema nummer vier tenslotte moet systeem- en softwareontwerpers laten samenwerken vanuit één model van waaruit de uiteindelijke applicatiecode automatisch wordt gegenereerd.