Rijkswaterstaat
Op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee bij Stellendam, opent Rijkswaterstaat binnenkort een offshore expertisecentrum.
Het eerste project van het centrum is de ontwikkeling van het Maritiem Informatievoorziening Service Punt (MIVSP). Hierbij zal RWS vijf platforms in windmolenparken voor de kust voorzien van sensoren die veelal real-time data verzamelen.
Voor RWS is het een vrij nieuwe ontwikkeling. ‘We zijn een van oudsher op land gerichte dienstverlener. Maar we zijn steeds meer kansen op zee gaan zien’, aldus ontwikkelstrateeg Wiebrand Bouwkamp. ‘Het nu ontplooide project is een springplank voor Rijkswaterstaat om grootschalig op zee te gaan opereren. Een belangrijke drijfveer daarachter is het bieden van dienstverlening aan de Kustwacht.’
Het wordt steeds drukker op de vaarwegen. De Kustwacht wil daarom de plaatsbepaling van schepen nauwkeuriger in beeld hebben en ook sneller met de schepen kunnen communiceren. Maar daarvoor moeten er meer opstelpunten komen voor antennes en sensoren. Maar daar op zee een mast voor neerzetten is niet zo eenvoudig. Offshore windparken bieden hiervoor uitkomst. Op de platforms waar de kabels van de afzonderlijke windturbines zich bundelen, komt plek vrij voor de nieuwe meetapparatuur. Op ieder platform komt een kleine technische ruimte met daarop een 16 m hoge mast, met daaraan antennes en apparatuur zoals een nautische radar, vogeldetectiesysteem, lidar en wind- en golfsensoren. Deze zijn behalve voor de Kustwacht ook nuttig voor andere afnemers zoals de windparkexploitanten, havenbedrijven en het KNMI; RWS verzamelt en transporteert deze data.
Voor het zover is zal RWS alles testen in het expertisecentrum in Stellendam. Hier wordt een realistisch beeld gevormd van het gedrag van de apparatuur op zee. Bouwkamp legt uit: ‘Als we op zee gaan zenden en ontvangen kunnen bijvoorbeeld de antennefrequenties van de verschillende apparatuur elkaar in de weg gaan zitten. We zullen dus uitgebreid met verschillende opstellingen experimenteren en nagaan in hoeverre er last is van interferentie.’
Het expertisecentrum zal ook ketentesten uitvoeren. ‘Het signaal moet uiteindelijk wel naar de wal toe en zonder verstoringen eindigen bij de juiste afnemers. We willen daarom de hele keten simuleren en testen voordat we alles op zee gaan plaatsen’, aldus Bouwkamp. Om de data aan land te krijgen maakt RWS straks gebruik van de aanwezige kabels van netbeheerder TenneT, waarmee een samenwerking is aangegaan. In de elektriciteitsleidingen van TenneT zit een glasvezelkabel verwerkt waarover RWS de data kan transporteren. Een andere optie is om de antennes op de windturbines te plaatsen, maar daar zitten nadelen en risico’s aan verbonden. Voor veel toepassingen zijn de windturbines te hoog. De platforms zijn makkelijk per boot bereikbaar, wat de onderhoudskosten aan apparatuur veel lager maakt.
Volgens Bouwkamp zijn er op organisatorisch vlak nog wel wat uitdagingen. ‘Vooral het delen van data is voor veel organisaties iets waar ze aan moeten wennen. Straks krijgen meerdere partijen dezelfde data van bijvoorbeeld radarsensoren, terwijl ze hiervoor altijd hun eigen unieke datavoorziening hadden. Die bewustwording kost tijd en energie. Financieel gezien levert het uiteindelijk wel veel op, omdat afnemers de kosten kunnen delen.’
Servicemanager Steven Abdoelkhan is verantwoordelijk voor het beheer van alle sensoren die geplaatst worden op de platforms. Daarnaast waarborgt hij de informatie die vanaf de platforms in het Rijksdatacentrum terechtkomt. ‘Het bijzondere van dit project is dat we straks over het gehele kustgebied van Nederland unieke informatie binnenhalen’, vertelt hij. Naast deze grote schaal komen er op ieder platform ook nog eens tot wel vijftien verschillende typen sensoren die allemaal zeebestendig moeten zijn. ‘Het meest complexe is de integratie van alles’, licht Abdoelkhan toe. ‘Als je alle sensoren bij elkaar plaatst, moeten ze in combinatie met elkaar nog steeds kunnen werken. We laten daarom bijvoorbeeld nu door TNO een compleet antenneplan maken.’ Hierin is uitgewerkt welke sensoren op welke hoogte moeten zitten, zodat ze elkaars signalen zo weinig mogelijk verstoren.
Bovendien is er straks niet de luxe om een specialist van één type sensor naar een platform te sturen wanneer er iets mee aan de hand is. Abdoelkhan: ‘Dat zou te kostbaar zijn en TenneT wil dat ook niet hebben. De veiligheid aan boord is immers heel belangrijk. Er komt één aannemer die verantwoordelijk zal zijn voor het onderhoud van de installatie. Die moeten we straks dus een kant-en-klare instructie voor het onderhoud kunnen meegeven.’
Het expertisecentrum is primair bedoeld om een situatie te kunnen creëren die vergelijkbaar is met die op zee. Abdoelkhan houdt het daarom voor mogelijk dat er nog veel meer ideeën uit naar voren kunnen komen. ‘We willen graag gaan samenwerken met allerlei onderzoeksinstituten en universiteiten in Europa om verder onderzoek te doen naar het potentieel van het delen en analyseren van verschillende soorten data met betrekking tot het maritieme domein. Dit omvat het verzamelen en delen van verkeers- en transportgegevens, ecologische gegevens en gegevens over hydrologische en meteorologische omstandigheden.’
Begin 2018 zal RWS starten met de bouw van het expertisecentrum. Na het testen in Stellendam zullen de platforms worden samengesteld op een werf in Schiedam. In 2019 moet het eerste platform van TenneT klaar zijn voor gebruik. Vanaf dan komt er ieder jaar een platform bij, totdat er in 2023 in totaal vijf voor de kust liggen. Er zijn al plannen van het ministerie van Economische Zaken om dit aantal vervolgens uit te breiden.