Christian Jongeneel
De Nederlandse ontwerper Dave Hakkens, onlangs afgestudeerd aan de Design Academy in Eindhoven, haalde eind oktober internationaal het nieuws met zijn Phonebloks-concept, een verzameling bouwstenen (scherm, geheugen, processor, camera, batterij, etc.) waarmee de gebruiker zijn eigen mobieltje in elkaar kan klikken. Als één onderdeel stuk is of niet langer voldoet, hoeft niet langer het hele apparaat weggegooid te worden.
Hakkens trok de aandacht van Motorola, dat hem afgelopen week in huis haalde om het concept samen uit te werken. Motorola bleek al een jaar te werken aan een vergelijkbaar, zij het iets minder ambitieus concept: Project Ara. Dat project was op zijn beurt voortgekomen uit een serie brainstormsessies op Amerikaanse universiteiten over de toekomst van het mobieltje (zoek in Youtube op ‘makewithmoto’).
Wat de uitwisselbaarheid van componenten betreft, bevindt het mobieltje zich ongeveer waar de pc zich dertig jaar geleden bevond: alles moet precies voor elkaar gemaakt zijn, anders functioneert het niet. De pc heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een modulair apparaat. Je kunt relatief moeiteloos allerlei onderdelen vervangen of toevoegen. Het bekendste systeem dat deze modulariteit ondersteunt, universal serial bus (usb), stelt zelfs de grootste leek in staat om de pc uit te breiden met de meest uiteenlopende randapparatuur. Bij een mobieltje mag je al blij zijn als het lukt om de batterij te vervangen – tenzij je met de handleiding van MIT-onderzoeker David Mellis je eigen mobieltje gebouwd hebt.
Toch beginnen de ontwerpers van Motorola niet helemaal bij nul. Dat komt onder meer omdat mobiele besturingssystemen al usb ondersteunen. Meestal is de usb-poort echter alleen geschikt gemaakt om het mobieltje met een pc te verbinden, of met het stopcontact. Op de jongste generatie iPads en Android-tablets valt al wel usb-randapparatuur aan te sluiten. De belangrijkste reden voor de terughoudendheid bij fabrikanten is simpel: randapparaten zuigen de batterij van het moederapparaat leeg.
Los daarvan is usb sowieso geen energiezuinig protocol. FireWire, een concurrerend protocol dat vooral door Apple wordt gebruikt, is zuiniger. Het punt blijft echter: wanneer je een modulair systeem bouwt, moet voortdurend geverifieerd worden welke componenten aanwezig zijn en software in stelling gebracht om ze te laten samenwerken. Die overhead kost onvermijdelijk energie. Of ze nu een bestaand protocol nemen of iets nieuws bedenken, de ingenieurs bij Motorola zullen veel aandacht moeten besteden aan energieverbruik.
Een tweede cruciale factor is ruimtegebruik. De onderdelen van huidige mobieltjes zijn zo gemaakt dat ze precies in elkaar passen. Een modulair systeem moet met zoveel configuraties rekening houden, dat efficiënt ruimtegebruik lastig is. Een modulair mobieltje loopt daarom het risico zich tot een maatwerkmobieltje te gaan verhouden als een pc tot een laptop. Dat is niet aanvaardbaar. Dit is het sterke punt van Hakkens ontwerp: het maakt relatief efficiënt ruimtegebruik mogelijk. De vraag is alleen of de elektronische componenten gaan passen in de door Hakkens bedachte blokjes.
Ondanks het risico dat modulaire mobieltjes een stap terug in de tijd zijn qua energieverbruik en omvang, gaat de meeste scepsis op diverse internetfora uit naar de noodzaak om de neuzen in de industrie dezelfde kant op te krijgen. De realisatie van plug & play voor de pc heeft twintig jaar gekost, met name doordat Microsoft en Intel er hard aan bleven trekken. Google, de eigenaar van
Motorola, heeft echter diepe zakken en een zakelijk belang: een open, modulair systeem past beter in zijn bedrijfsfilosofie dan in dat van grote concurrent Apple, dat liefst alles in eigen hand houdt.
Via het Dscout platform is Motorola inmiddels gestart met de werving van open source-ontwerpers die een steentje willen bijdragen aan Project Ara. In eerste instantie gaat het om het ontwerp van het moederbord (in Motorola’s termen: endoskelet) waar alle onderdelen op ingeplugd zullen worden. Daarna komen de ideeën voor de plug-ins, die ongetwijfeld wilder zullen zijn dan men nu bedenkt.
Op een modulair mobieltje hoef je immers geen telefoonmodule in te pluggen. Het mobieltje wordt dan echt wat het feitelijk al is: een kleine, maar uiterst krachtige computer.