Hilde de Laat
The Ocean Cleanup, het Delftse bedrijf dat het zwerfplastic uit de oceanen wil vissen, startte 26 september met een tweeweekse luchtexpeditie om het aantal stukken plastic in het noorden van de Stille Oceaan in kaart brengen.
De waarnemingen richten zich daarbij op bepaalde plekken in de zeestromingen waarvan bekend is dat plastic zich daar verzamelt: the Great Pacific Garbage Patch.
De onderzoekers vliegen met een vliegtuig op een hoogte van 400 m boven de oceaan om de tellingen te verrichten. Vier ervaren waarnemers tellen, fotograferen en beschrijven de stukken plastic. Het protocol hiervoor is opgesteld in samenwerking de Australische universiteit Curtin University en de universiteit van Newcastle, eveneens Australisch.
Lees verder onder de afbeelding
Sensoren vullen deze visuele tellingen aan. Een infraroodcamera kan aan de hand van het weerkaatste lichtspectrum analyseren of een object van plastic, of van ander materiaal is. Ook bevat het vliegtuig een LIDAR-systeem om 3d-beelden van het plastic te maken en zo het totale volume te bepalen. Zo kan het plastic tot 80 m diepte in kaart worden gebracht. Partners Teledyne Optech en ITRES analyseren de gegevens, waarna een algoritme alle tellingen combineert en vergelijkt met die van de oceaanexpeditie van vorig jaar.
Vorig jaar zette het bedrijf namelijk een vloot van dertig vissersboten in om met name de kleinere stukken plastic (met een doorsnee tot 1 m) in kaart te brengen, nu gaat het vooral om de grotere stukken plastic, zoals visnetten. Met de luchtwaarnemingen onderzoekt het bedrijf nu een gebied dat circa 300 keer zo groot is als het gebied dat de vissersboten destijds bestreken.
