Gerald Schut
Grote ophef in krantenkoppen en twitterkringetjes vorige week: Het eerste ‘subsidieloze’ windpark van Nederland is helemaal niet subsidieloos, want de aansluiting wordt uit collectieve middelen gefinancierd. Dat netbeheerder TenneT de kosten voor de aansluiting draagt wist echter iedereen toen Nuon-dochter Chinook als winnaar van de tender in maart bekend werd gemaakt.
In een kort rapport onthulde de Algemene Rekenkamer wat altijd al openbaar was: ook naar het eerste subsidieloze windpark gaat publiek geld. Een spectaculaire 85 % minder overigens dan tijdens het sluiten van het Energieakkoord in 2013 werd gedacht: uit publieke middelen wordt geen 11,7 cent per kWh bijgelegd voor wind op zee, maar slechts 1,5 cent, alleen voor de aansluiting. Niet subsidieloos, maar wel goedkoop.
Waar komt de ophef vandaan? Een jaar geleden begon de eerste subsidieloze aanbesteding van een Nederlands windpark: Hollandse Kust I en II. De deal was helder: TenneT zorgt voor een stopcontact op zee en al het geologisch onderzoek is al verricht door RVO; de rapporten liggen klaar. De vraag ging uit wie het park wilde bouwen tegen een gegarandeerde stroomprijs van 3 cent per kWh? Aangezien die 3 cent per kWh overeenkomt met de kale stroomprijs volgens EZK, sprak RVO bij de lancering van de aanbesteding van ‘subsidieloos’. In Duitsland zijn al twee parken op deze manier aanbesteed, maar die zullen later klaar zijn dan Hollandse Kust Zuid I en II, dus Nederland heeft ‘het eerste subsidieloze windpark van de wereld’, schrijft Wiebes tenslotte overenthousiast in maart aan de Tweede Kamer.
De Rekenkamer benoemt in het rapport trouwens ook een belangrijker ondergesneeuwd gevaar: het is niet ondenkbaar dat de windparken helemaal niet gebouwd worden. De aanbestede windparken hoeven pas na vier of vijf jaar af te zijn, waardoor bedrijven een prikkel hebben om eerst een paar jaar af te wachten tot de kostprijs van wind op zee nog verder gedaald is. Als ze dan besluiten toch maar niet te bouwen, wacht een boete van slechts enkele tientallen miljoenen euro’s: een schijntje vergeleken bij de kosten van een onrendabel windpark.
Bouwers vrezen ondertussen dat windparken niet meer uit kunnen als minister Wiebes de wet Windenergie op Zee wijzigt. Dan verdwijnt waarschijnlijk de lage garantieprijs en komt het risico van prijsontwikkeling volledig bij de markt te liggen. De windsector pleit daarom voor ‘contract for difference’, waarbij de overheid geld toelegt onder een gegarandeerde stroomprijs, maar geld verdient boven die prijs. Het volgende windpark (Hollands Kust Zuid III en IV) wordt nog volgens de huidige voorwaarden aanbesteed, meldde Wiebes op de dag van publicatie van het rapport van de Rekenkamer. Het bleef ongerappporteerd.
Wie kan welbeschouwd claimen werkelijk subsidieloos te functioneren? In haar invloedrijke boek The entrepreneurial state: debunking public vs. private sector myths zette de Brits-Italiaanse econome Mariana Mazzucato vijf jaren geleden een lange stoet technologieën op een rij, die met dank aan zware overheidsinvesteringen ontwikkeld zijn, waarna marktpartijen er de vruchten van plukken. Zo is zo’n beetje alles wat er slim is aan de iPhone ontwikkeld met overheidsgeld: internet, gps, touchscreen, stembediening. Om van alle met publiek geld opgeleide ingenieurs en uit collectieve middelen betaalde wegen nog maar te zwijgen. Hij die zonder subsidie is, werpe de eerste steen.