In samenwerking met: Gemeente Amsterdam, Jan Spoelstra
Voor het reguliere onderhoud aan onder andere bruggen, sluizen en kademuren is de gemeente Amsterdam hard op zoek naar technici. ‘We zitten dan wel in een kenniseconomie, maar zonder feitelijk onderhoud aan onze infrastructuur valt alles stil.’
‘Deze brug is net een ijsberg. Over het brugdek liggen fietspaden en rijbanen keurig geïntegreerd in het verkeersnetwerk, maar in de brugkelder zit heel veel techniek waar je niet vaak bij stil staat.’ Aan het woord is Onno Hoogerhuis, afdelingsmanager Infra & Services en Civiele Constructies bij de directie Stadswerken van de gemeente Amsterdam. We spreken Onno in de brugkelder van de Kortjewantsbrug in Amsterdam, waar de Prins Hendrikkade de Schippersgracht kruist. Deze brug met nummer 487 is een grote verkeersader van het centrum naar het oosten van de stad. ‘Als de bellen gaan en de brug opengaat, moeten we uit de buurt van het contragewicht blijven, er komt dan circa 140 ton aan brugdek en contragewicht in beweging.’
De directie Stadswerken verzorgt het werktuigbouwkundig, elektrotechnisch en civieltechnisch dagelijks onderhoud aan de assets van de stad Amsterdam, zoals de vele bruggen, sluizen, kades, oevers, etc. Onno neemt ons in de brugkelder mee langs stalen stangen die via het scharnierpunt van de brug gekoppeld zitten aan het contragewicht, langs intrekbare studpalen onder het contragewicht die wegschuiven als de brug opengaat. Alles keurig in de verf en vrij van roest. Het beton vertoont geen scheuren en de geur van smeerolie verraadt dat de scharnieren, lagers en elektromotoren recent gesmeerd zijn.
De komende jaren komen er grote uitdagingen op dit soort constructies in Amsterdam af. ‘Ik ben er verantwoordelijk voor dat het dagelijks onderhoud aan dit soort installaties doorgang blijft vinden’, aldus Onno. ‘Aan de andere kant is er binnen de gemeente Amsterdam een grote vernieuwingsvraag en zijn we bezig met projectmatig werk. Brug 487 is begin jaren ‘60 gebouwd op de verkeersintensiteit en met de stand van de techniek uit die tijd. Maar het merendeel van de bruggen in onze hoofdstad is zelfs een eeuw oud. Die zijn gebouwd voor paard en wagen en vaak van hout. In de loop van de jaren zijn onderdelen daarvan wel vervangen, maar we zien dat fundaties en wegdekken van origine niet gebouwd zijn op trams en grote vrachtwagens. We moeten dus ook veel bruggen in zijn geheel gaan vervangen om de hoofdstad ook de komende 100 jaar bereikbaar te houden.’
Voor het dagelijks onderhoud stuurt Onno een team van 240 mensen aan. ‘Dat begint met elektrotechnici en werktuigbouwkundigen voor het feitelijke onderhoud aan de constructies. Die mensen zitten aan de basis van onze stad bereikbaar houden’, zegt Onno. Ook zoekt hij werkvoorbereiders. Verder heeft de stad Amsterdam ook behoefte aan toezichthouders die de werkzaamheden langslopen en toezien op de veiligheid van de constructies en de werkzaamheden. Op kantoor zijn directievoerders nodig die het contact met onderaannemers houden, het financiële plaatje in het oog houden en de besteksplannen controleren.
‘We zien het als Gemeente Amsterdam echt als onze taak om een diverse groep mensen aan het werk te helpen en te houden, met uitstekende arbeidsvoorwaarden en duidelijke werktijden’, vervolgt Onno. ‘Daarom proberen we minimaal mensen in te huren, maar vooral zelf mensen te werven. We hebben echt een legertje bruggenfluisteraars aan het werk, die alles weten over ieder scharnier, alle elektromotoren en lagers. Het is heerlijk om mensen daar mee bezig te zien en de liefde voor deze techniek over te zien brengen op nieuwe collega’s. We leven in een kenniseconomie waarin mensen zich creatief willen ontplooien. Maar dat kunnen we alleen als de basis in orde is en we voldoende technici hebben om onze infrastructuur te onderhouden.’
De uitdagingen voor de gemeente Amsterdam zijn niet beperkt tot bruggen, sluizen en tunnels waar Onno verantwoordelijk voor is. Ook de in totaal 200 km gemetselde kademuur in Amsterdam vergt grondig onderhoud en renovatie. Dat werd in september 2020 nog duidelijk toen aan de Grimburgwal een deel van de kade instortte, overigens op particulier terrein.
Dat probleem is bijzonder complex. Zo zijn er (rondvaart)boten die met hun schroeven in bochten van de gracht op sommige plaatsen het zand wegspoelen. Ook willen de gemeente en bewoners minimaal overlast van werkzaamheden en moet de stad er authentiek uit blijven zien. ‘Daar zit inmiddels een projectteam van 300 man op, met een vergelijkbaar arbeidsmarkt vraagstuk als bij mij’, zegt Onno.
Verandert de manier van werken ook met de huidige stand van de technologie? Onno: ‘We doen proeven met drones voor het inspecteren van bruggen en kades. Via camera’s en infraroodcamera’s kunnen we de verflagen inspecteren en zien in welke mate een brugdek versleten is. Maar, je mag met drones niet boven mensenmassa’s vliegen, en dat is in Amsterdam nog wel een probleem. Ook moeten we rekening houden met Schiphol.’
Voor zover het gaat wil Onno zeker kijken hoe hij en zijn team slimmer kunnen werken. ‘Denk ook aan het meekijken met monteurs vanaf kantoor via VR-brillen. De futuristische ideeën daarover zijn eindeloos, maar daar kunnen we hier in de stad niet op wachten’, besluit Onno. ‘De basis blijft toch onderhoudstechnici die het leuk vinden om een technisch steentje bij te dragen aan de bereikbaarheid in onze hoofdstad.’