‘Nederlandse industrie krimpt in 2020’

Leestijd: < 1 minuten

Mischa Brendel

Dit jaar krimpt de Nederlandse industrie met 1,5 %. Dat voorspelt althans de ABN AMRO.

Voornaamste oorzaak van de krimp zijn de wereldwijde handelsspanningen. Maar ook de stikstof en PFAS-crises en toenemende concurrentie vanuit China drukken hun stempel op de nationale industriecijfers. Daarbij komt dat de industriële productie in Duitsland, de belangrijkste handelspartner van Nederland, al sinds het vierde kwartaal van 2018 krimpt.

Met name de metaalbewerking, machinebouw en elektrotechniek gaan een moeilijk jaar tegemoet, denkt de ABN AMRO. Bouwprojecten ondervinden hinder van de stikstof- en PFAS-problematiek, wat zal leiden tot een daling van de vraag naar metaalproducten. De transportmiddelenindustrie krijgt het vooral zwaar te verduren door concurrentie uit China en de VS, met name bij de transitie naar e-voertuigen. Maar ook hier steken de PFAS- en stikstofkwesties de kop op: de vraag naar bouwmachines en bouwmateriaal zal hierdoor afnemen. De elektrotechnische sector ziet met de bouw als belangrijke eindmarkt ook een krimp tegemoet. Alle drie de sectoren moeten rekening houden met een krimp van circa 2 %.

Er zijn ook sectoren die zich tegen de trend in bewegen: naar verwachting zal de productie van elektrische apparaten komend jaar met 5 % toenemen. Deze sector profiteert onder meer van de transitie naar elektrisch in de transport- en industriesector.

ABN AMRO voorziet een verslechtering in productie voor de eerste twee kwartalen van 2020; daarna treedt er een geleidelijk herstel op. Omdat men geen harde brexit meer verwacht, zullen de gevolgen hiervan naar verwachting meevallen.

Lees ook

Nieuwsbrief

Onze sponsor: