Naar een negatieve milieubelasting

Leestijd: 3 minuten

Mischa Brendel

Het is een koude en ietwat bewolkte ochtend wanneer een schuur middenin de open velden in Lelystad zich langzaam vult met onderzoekers, beleidsmedewerkers, agrariërs en onderwijzers. Het is 26 september en vandaag vindt de officiële opening van de Proeftuin Agroecologie en Technologie van de WUR plaats.

Het woord proeftuin lijkt met een oppervlakte van 80 ha een understatement, maar bij agrarisch onderzoek is al vlug veel ruimte nodig als het aankomt op gewassen. ‘Regeneratief vermogen’ en ‘kringlooplandbouw’ zijn termen die vanaf de start van de bijeenkomst veelvuldig vallen. ‘Ik moest die wel even opgoogelen, maar toen zag ik wat ze inhouden. En daar word ik blij van’, aldus Johan Osinga, de kersverse directeur-generaal van het ministerie van LNV. Osinga, duidt op de goede aansluiting tussen deze proeftuin en de visie Landbouw die de minister net heeft gelanceerd.

Maar wat gaat er dan precies gebeuren in deze proeftuin? Het doel is om te komen tot een meer veerkrachtige en productieve landbouw. En weer valt de term ‘regeneratieve landbouw’. Duurzame landbouw is alweer op zijn retour. Het idee van landbouw die netto geen impact op de omgeving heeft, is alweer achterhaald; het streven is een landbouw die een positieve impact heeft. Niet alleen op de eigenschappen van de gewassen zelf, maar ook op de bodem en vooral (indirect) op de biodiversiteit. ‘Biologische en ecologische processen moeten samen optrekken met de technologie’, stelt prof.dr.ir. Arthur Mol, rector magnificus van de WUR. Maar welke technologieën dan? Denk bijvoorbeeld aan precisielandbouw, aan de inzet van robots en aan monitoring. Bijvoorbeeld de Ecorobotix. Deze robot laat zich het beste omschrijven als een zonnepaneel op vier dunne poten met daaraan kleine wielen, en met twee armen aan zijn ‘buik’. Door de kleine wielen en hoge poten kan de robot tussen gewassen door rijden zonder deze te beschadigen; de armen bevatten spuitkoppen met – bijvoorbeeld – bestrijdingsmiddelen. Mol: ‘Maar die spuitkoppen kunnen op zich ook vervangen worden door grijparmen of iets dergelijks.’

Uiteraard komen ook de drones aan bod. ‘Vooral de camera’s die aan de drones worden gehangen zijn duur’, zegt ir. G. Migchels, een van de bezoekers van de bijeenkomst. De senior projectleider houdt zich bezig met de inzet van technologieën voor de monitoring van gewassen. Goed geplaatste camera’s kunnen nauwkeurig bijhouden hoe snel een gewas groeit. En ook hier kan er een bijdrage aan biodiversiteit worden geleverd. ‘Een drone kan bijvoorbeeld aangeven op welke gps-locaties zich nesten van akkervogels bevinden en deze doorgeven aan de automatische maaier, die er dan omheen maait.’

De proeftuin is nog grotendeels leeg, maar een aantal projecten lopen al. Zo zijn er enkele velden waar aan strokenteelt wordt gedaan. Bij strokenteelt staan er op een veld stroken van verschillende gewassen door elkaar. Dit zou niet alleen leiden tot minder (verspreiding van) ziektes en plagen in de gewassen, maar ook meer biodiversiteit. Tot nu toe zijn de resultaten veelbelovend, maar dit jaar was qua temperatuur en neerslag een uitzonderlijk jaar. ‘In de landbouw is elk jaar een uitzonderlijk jaar’, klinkt het vervolgens uit het publiek.

Veelbelovend wellicht, maar agrariërs zullen niet zomaar op deze landbouwtechniek overstappen, legt Lizelore Vos, biologisch dynamisch boerin, tijdens een forumdiscussie uit: ‘Je verandert de manier waarop je landbouw uitoefent compleet.’ Prof.dr.ir. Peter Groot Koerkamp, hoogleraar agrotechnologie, wijst op het voordeel van landbouwmachines die dan kleiner kunnen. Dat klopt, stelt Vos, maar dan moeten die machines er wel zijn: de huidige landbouwmachines zijn ongeschikt voor strokenteelt en gericht op monoculturen. En momenteel zijn er geen grote bedrijven bezig met het ontwikkelen van machines geschikt voor deze strokenteelt.

Het is duidelijk dat de ontwikkeling van regeneratieve landbouw hand in hand moet gaan met de ontwikkeling van technologieën die deze natuur-inclusieve vorm van landbouw ondersteunen. Toch is de technologie de opvallende afwezige bij deze officiële opening. Als de Proeftuin Agroecologie en Technologie een raakvlak tussen agrariërs en technici moet worden, dan zal men harder moeten werken om die technici naar de Flevopolder te lokken.

Lees ook

Nieuwsbrief