‘Meer elektriciteit uit duurzame bronnen’

Leestijd: < 1 minuten

Mischa Brendel

Vorig jaar is in de Europese Unie voor het eerst meer elektriciteit gewonnen uit duurzame energiebronnen dan uit kolen.

Dat stellen althans Agora Energiewende, een denktank die zich bezighoudt met de Energiewende in Duitsland, en Sandbag, een Britste denktank gericht op het terugdringen van broeikasgasemissies.

Het aandeel van duurzame energiebronnen in de elektriciteitsproductie steeg met 12 %, wat te danken is door de groei van biomassa, zonne- en windenergie; het aandeel van waterkracht daalde juist, zo stellen Agora en Sandbag in een rapport.

De toename van het aandeel duurzame energie in de totale elektriciteitsproductie varieert overigens wel sterk per land, zo stellen de denktanks vast. Zo zijn het Verenigd Koninkrijk en Duitsland verantwoordelijk voor meer dan de helft van deze toename in de afgelopen drie jaar, waarbij in Duitsland met name het aandeel windenergie sterk groeide. 30 % van de totale Duitse elektriciteitsproductie was in 2017 afkomstig van biomassa, zonne- en windenergie; 28 % in het VK.

Deze landen vallen qua aandeel echter in het niet bij Denemarken, dat in 2017 maar liefst 74 % van zijn elektriciteit won uit duurzame energie. Nederland valt qua energieproductie uit duurzame bronnen in de middenmoot.

Ondanks deze ontwikkelingen daalde de CO2-uitstoot in de EU-landen vorig jaar niet; die bleef stabiel. Dat is volgens de denktanks te verklaren door een drietal factoren: de elektriciteitsproductie uit waterkracht was laag door de weinige regen- en sneeuwval, kernenergiecentrales in Frankrijk en Duitsland verlaagden hun elektriciteitsproductie en het elektriciteitsverbruik in de EU steeg.

Volgens Matthias Buck van Agora Energiewende laten de succesverhalen van windenergie in het VK en Duitsland zien ‘dat wanneer alle landen in Europa zich toewijden aan de energietransitie, 35 % hernieuwbare energie in 2030 volkomen haalbaar is.’ Over zonne-energie is hij echter minder optimistisch.

Lees ook

Nieuwsbrief