Dorine Schenk
Woensdagavond 27 mei zat ik achter mijn laptop om samen met tien andere ‘ruimtenerds’ via ZOOM naar de lancering van de bemande Crew Dragon-capsule van SpaceX te kijken. De vlucht werd 16 minuten voor de lancering geschrapt vanwege slecht weer. Die zaterdag hadden we meer geluk. Digitaal borrelend zagen we de twee Amerikaanse NASA-astronauten Robert Behnken en Douglas Hurley naar het internationale ruimtestation ISS schieten. Samen telden we af en juichten we toen de Falcon 9-raket omhoog schoot. Op de achtergrond, bij een van de aanwezigen, hoorde je een kind geïrriteerd roepen: ‘Het is ook weer niet zo belangrijk, hoor!’ En dat klopte wel.
Er worden namelijk meerdere keren per jaar astronauten, kosmonauten of taikonauten gelanceerd naar het ISS. Ik zit niet elke keer gespannen achter mijn laptop naar een ontbrandende raket te kijken. Maar de lancering van de Crew Dragon was om twee redenen bijzonder. Voor het eerst sinds negen jaar vertrok er weer een bemande capsule vanaf Amerikaanse bodem. In 2011 vertrok (en landde) de laatste Space Shuttle, Atlantis. Sindsdien liften Amerikaanse astronauten mee met de Russische Sojoez.
Maar de reden voor onze Nederlandse ruimtenerds-zoom-borrel was niet die Amerikaanse trots. We waren geïnteresseerd omdat het de eerste commerciële lancering was met passagiers. SpaceX is het eerste bedrijf dat dit voor elkaar heeft gekregen, met een bewonderingswaardige strategie van ontwikkelen, proberen, mislukken, leren van fouten en doorgaan. Het bedrijf van Elon Musk schaamt zich niet voor missers en deelt beelden van ontploffende raketten publiekelijk.
Terwijl wij de technische details bespraken van het belang van commerciële lanceringen werd in de livestream van Nasa gevierd dat de VS niet meer afhankelijk zijn van Rusland. Met dank aan de president die dit mogelijk had gemaakt. Op sociale media werden berichten vergezeld van de hashtag #LaunchAmerica. Op dinsdagochtend 2 juni werd de succesvolle vlucht zelfs gevierd door de Amerikaanse astronauten door vanuit het ISS de bel van de Nasdaq beurs te luiden, te volgen op een scherm op Times Square.
De dagen en nachten daarvoor was onder andere datzelfde Times Square nog het podium geweest van heftige Black Lives Matter protesten tegen (institutioneel) racisme en politiegeweld tegen zwarte Amerikanen.
Nasa lijkt, aan de presentatoren en commentatoren bij de lancering te zien, goed bezig met de diversiteit. Daar kunnen we in Nederland nog wat van leren. Tegelijk knaagde de vreugde en nationalistische glorie knaagde in deze tijd. Nasa sprak in een statement de hoop uit dat de lancering het land nader tot elkaar zou brengen. Zoals vaker werd benadrukt hoe de ruimtevaart en internationale samenwerking in het ISS de wereld samen kan brengen.
Maar terwijl bedrijven in andere sectoren over elkaar heen buitelen met statements, houden SpaceX en andere ruimtevaartbedrijven zich stil, terwijl deze historische lancering daar juist een mooi moment voor geweest was.