Mart van Bracht
Mart van Bracht, directeur Energie bij TNO, twijfelt aan de strategie van een Nederlandse gasrotonde. Hij uit zijn zorgen in een ingezonden opiniestuk.
Aardgas levert ongeveer de helft van de energie in Nederland, maar de productie ervan verloopt niet probleemloos: denk aan de aardbevingen in Groningen en de afnemende voorraden. Om ook in de toekomst betrouwbaar gas te hebben, werkt de overheid sinds 2009 aan een zogeheten Gasrotonde. Nederland fungeert daarin als spil in de Europese gashandel, door een knooppunt van gaspijpleidingen, gashandel, gasopslag en lng-terminals. Maar nu de nationale gaswinning omstreden is, is het de vraag of de handel erin nog wel kan rekenen op draagvlak.
We ontkomen er niet aan om de gasdiscussie te koppelen aan verduurzaming. We moeten de discussie over carbon capture and storage (ccs) heropenen en de gasbaten aanwenden voor vergroening. Verschillende scenario’s tonen dat een snelle uitstap uit fossiel technisch mogelijk is door flink in te zetten op energiebesparing en op energie uit zon, wind, biomassa en warmte-koudeopslag. Dit levert ook nog eens nieuwe ‘groene’ banen en hightechbanen op.
Maar zo’n strategie is niet zonder risico’s. Kunnen we wel verantwoord voldoende duurzame biomassa importeren? Kunnen we snel overschakelen op een groeiend aandeel zon en wind in de elektriciteitsvoorziening zonder dat dit ten koste gaat van de betrouwbaarheid? De ervaringen met de – met veel subsidies opgebouwde – Duitse industrie van zonne-energie zijn ontnuchterend: deze ging binnen een paar jaar tijd deels failliet, omdat importeren vanuit China uiteindelijk veel goedkoper bleek.
De aardgasbaten bedroegen de laatste jaren rond de € 12 miljard per jaar, wat neerkomt op circa 10 % van de totale Rijksinkomsten. De inkomsten uit de Gasrotonde bedragen, volgens berekeningen van Brattle Group, € 2,1 miljard per jaar tot 2020. Een snelle reductie van gaswinning zou, ook bij een toename in de gashandel, dus een flink gat in de begroting slaan. Zelfs als we een hernieuwbare-energie-industrie kunnen opbouwen, zijn de inkomsten daaruit zeker in de komende jaren niet in staat om deze teruggang op te vangen.
In de afgelopen jaren heeft Nederland al € 8 miljard geïnvesteerd in de Gasrotonde, onder meer in gasopslag en in strategische gasleidingen zoals de Nord Stream-pijpleiding. Naast private partijen medegefinancierd door de overheid, maar dat geld rendeert pas op langere termijn.
Als we tenminste daadwerkelijk doorgaan met gas, want daarin schuilt een paradox. De gashandel breidt de komende jaren verder uit, maar dat mag geen excuus zijn om onbeperkt door te gaan met gas. Met onze klimaatdoelstellingen is er voor gashandel in de toekomst alleen nog plaats wanneer deze is gekoppeld aan ccs, hoe gevoelig deze discussie ook ligt. En we moeten uitkijken dat het relatief schone aardgas niet wordt vervangen door meer vervuilende fossiele brandstoffen. Een groeiend aandeel gas in de Europese energievoorziening ten koste van kolen en olie is vanuit milieuoptiek juist een pre.
Binnenkort komt het ministerie van EZ met een nieuw Energierapport, dat een aanzet geeft voor het energiebeleid voor de komende jaren. Een duidelijke visie op de toekomst van gas in Nederland mag daarin niet ontbreken. Het simpelweg voortzetten van de Gasrotondestrategie is onmogelijk, maar een overhaaste vergroening is ook onverstandig. De opbouw van de gashandel in de komende jaren moet samengaan met een heldere exit-strategie waarin duidelijk wordt hoe en wanneer gas plaatsmaakt voor groenere alternatieven.
Vergroening van de Nederlandse energievoorziening is te belangrijk om aan de grillen van de markt over te laten.