Herman Damveld
Het aandeel kernenergie in de elektriciteitsvoorziening zal in 2050 niet hoger zijn dan nu, ook met vier keer zoveel kerncentrales als in 2011.
Dat staat in een rapport van het Internationale Atoom Energie Agentschap (IAEA) te Wenen.
Het IAEA rekent ons voor dat kernenergie in 2010 zorgde voor 13,5 procent van het wereldwijde elektriciteitsgebruik, dat is 5,9 procent van het totale energiegebruik. Het opgesteld vermogen aan kerncentrales was met 375.000 MW vorig jaar 7,4 procent van het totaal aan elektriciteitscentrales. Het ging toen om 444 kerncentrales, maar omdat dit jaar Duitse kerncentrales gesloten zijn, zijn nu wereldwijd 433 kerncentrales in bedrijf met een gezamenlijk vermogen van 366.000 MW, stelt het IAEA.
Hoe ontwikkelt de situatie zich tot 2050? Daarvoor stopt het IAEA een groot aantal gegevens die de afzonderlijke landen verstrekken in een rekenmodel. Het gaat daarbij over de levensduur van bestaande reactoren, nieuwbouwplannen voor verschillende soorten centrales, economische groei, bevolkingsgroei, elektriciteitsgebruik per hoofd van de bevolking in de verschillende regio’s, etc. Al deze aannames worden met een groot aantal tabellen en figuren uiteengezet in het rapport, met een paar verrassende uitkomsten.
Volgens het IAEA stijgt het energiegebruik tot 2050 met een factor drie. Elektriciteit maakt nu 36 procent uit van het totale energiegebruik, maar tot 2050 zal het aandeel elektriciteit in het wereldwijde energiegebruik stijgen naar 49 procent. Kernenergie houdt de stijging van het gebruik van elektrische energie niet of ternauwernood bij. In het jaar 2050 zal er in het lage scenario 560.000 MW en in het hoge scenario 1.228.000 MW aan kernvermogen opgesteld zijn. De groei van het aantal kerncentrales zal volgens het IAEA vooral in Azië plaatsvinden.
In het lage scenario zorgt kernenergie in 2050 voor 6,2 procent en in het hoge scenario voor 13,5 procent van het elektriciteitsgebruik, precies evenveel als nu. Kernenergie is dan zes procent van het opgesteld vermogen aan centrales.