Arjen Dijkgraaf
Een wissel. Dat bleek de geheimzinnige doorbraak die Hardt Hyperloop wekenlang met veel tamtam beloofde. Technisch moet het nu mogelijk zijn om hyperloopvoertuigen op volle snelheid van buis te laten wisselen, wat essentieel is voor een uitgebreid hogesnelheidsnetwerk zonder overstappen.
Het werkt verrassend simpel. Zoals bekend trekken hyperloopvoertuigen zichzelf met een combinatie van elektro- en permanente magneten op tegen twee metalen rails, die bovenin hun buis hangen. Geleiderails aan weerszijden houden ze via magnetische velden ‛in het spoor’. Bij het wissel worden de draagrails iets breder om zich daarna in twee banen te splitsen, waarbij de geleiderails het voertuig naar keuze links- of rechtsaf trekken. Bewegende delen zijn er niet, wat de kans op storingen minimaliseert. Het is met succes uitgeprobeerd in de dertig meter lange testbuis op de campus van de TU Delft, die kaarsrecht is maar net genoeg speling biedt voor de eerste meters van zo’n splitsing. Wat Hardt betreft kan het eerste commerciële traject er nu binnen tien jaar liggen.
Op 27 juni werd het wissel gedemonstreerd tijdens een revelation event waarvoor onder meer Europees commissaris Violeta Bulc, infrastructuurminister Cora van Nieuwenhuizen en FME-voorzitter Ineke Dezentjé waren uitgenodigd. Die laatste benadrukte dat de hyperloop als 1.000 km/h snel alternatief voor de luchtvaart alleen toekomst heeft als Europees project, maar dat Nederland daarbij nu wél de leiding kan nemen. Bij de lopende discussies over Europese standaardisering van hyperlooptechnologie heeft Hardt, als enige partij met een werkend wissel, een belangrijke stem. En de financiering is bijna rond voor een Europees testcentrum met 3 km buis, ‛ergens in Nederland’.