Nieuws
0

Hoeveel spanning is er tussen klimaatbeleid en circulaire economie?

Gerald Schut

Vorige maand vond op Terschelling de tiende editie plaats van Springtij, een driedaags evenement waar vertegenwoordigers van energiebedrijven, banken, ministeries en milieuorganisaties nadenken over duurzaamheidsvraagstukken. Onder het motto ‘Morgen is allang begonnen’ was dit jaar één van de vragen op het programma in hoeverre klimaatdoelstellingen het bevorderen van een circulaire economie in de weg staan. Of zoals, een deelnemer het verwoordde: ‘Het dilemma waar je nu als consument voor staat is: moet ik doorgaan met het gebruik van een onzuinig apparaat of moet ik een nieuw apparaat kopen dat wél zuinig is maar nog niet circulair ontworpen?’

Ik schrijf hier ‘een deelnemer’ omdat op Springtij de zogeheten Chatham House regels gelden. Journalisten mogen citeren, maar de identiteit van de spreker niet onthullen. In het kader van de circulariteit zult u het als lezer in dit artikel dus helaas met anonieme citaten moeten stellen.

Circulariteit was bij het opstellen van het klimaatakkoord geen doel, ‘want we waren op tonnenjacht,’ zegt een deelnemer. Aan de tafel voor de gebouwde omgeving worden doelstellingen bijvoorbeeld lineair gerealiseerd, waardoor energiezuinig bouwen het wint van circulair bouwen. Dat geldt ook voor netbeheer: ‘Over tien jaar hebben we misschien dingen gebouwd, die we niet meer nodig blijken te hebben. Daarom zou je daar nu over na moeten denken om dat ‘stranded assets’ te voorkomen.’ Iemand suggereert een hogere btw voor virgin materialen dan voor gerecyclede stoffen.

Windmolens zijn moeilijk recyclebaar terwijl je daar wel rekening mee kunt houden door bijvoorbeeld de fundering in metaal uit te voeren in plaats van beton. Dat is gemakkelijker te recyclen. Iemand ander draagt aan: ‘Het recyclen van elektronica in Nederland levert jaarlijks een CO2-besparing van 0,5 Mton op, maar die besparing valt in het buitenland en telt dus niet mee voor het klimaatakkoord.’ Een ander: ‘Over CO2 is de taal veel harder dan over circulariteit.’ Dat valt vaker te horen: ‘Richt je nou gewoon op CO2 en verder geen gelul,’ zegt iemand. ‘Maar is er is meer dan klimaat. Dat maken we nu mee met stikstof. We hebben er niets aan als de wereld over dertig jaar aan iets anders kapot gaat.’

Ook op het gebied van mobiliteit zullen beperkingen aan beschikbare grondstoffen zich laten voelen. Zo zal Nederland in 2030 4% van de wereldwijde lithium-productie gebruiken als we daadwerkelijk 1,9 miljoen elektrische auto’s willen hebben rondrijden, terwijl onze bevolking maar 0,2 % van de wereld uitmaakt, om van zeldzame metalen nog maar te zwijgen. Je kunt sommige metalen wel vervangen door andere maar dat heeft negatieve consequenties voor de performance.

‘Op dit moment is recycling in het ontwerp altijd ondergeschikt aan veiligheid,’ zegt iemand. Bovendien moet vaak gekozen worden welk element teruggewonnen wordt. Recycling van ene component gaat ten koste van die van de andere. ‘Design for recyling’ staat nog in de kinderschoenen. Minder auto’s is dan weer wel een oplossing voor zowel klimaat als circulariteit. ‘De komende 10 jaar komen er 500.000 mensen bij in de Randstad en die kunnen echt niet allemaal een auto voor de deur krijgen. Deelconcepten zullen sowieso gebruikelijker worden.’

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×