Mischa Brendel
Ik ben erg blij met Netflix: de abonnementsdienst biedt voor mij interessante programma’s en films. Hetzelfde geldt voor de dienst Spotify wat betreft muziek. beiden bieden een groot en divers aanbod waar ik in kan duiken wanneer het mij uitkomt, in plaats van het op vaste tijden luisteren of kijken naar een voorgeschoteld menu.
Voor computerspellen bood OnLive enkele jaren een soortgelijke dienst – waar ikzelf overigens geen gebruik van maakte. Je betaalde een vast bedrag in de maand en kon vervolgens elk computerspel dat in de database van OnLive stond, spelen (mits je een voldoende snelle internetverbinding had).
De populariteit van deze diensten is overduidelijk en allen kennen inmiddels verschillende alternatieven: Amazon en CBS voor televisie, iTunes en Apple Music Radio voor muziek, en op schrikkeldag startte het Nederlandse bedrijf Utomik met een grote testfase van zijn nieuwe gamingplatform.
Het ene alternatief is beter dan het andere, maar er schuilt een belangrijke boodschap in de massale opkomst van deze diensten: het einde lijkt in zicht voor het oude traditionele televisie kijken, radio luisteren en wellicht zelfs gamen. En met deze overgang, moeten ook de licentiemodellen zich aanpassen. En dat is tegen het zere been van de distributiemaatschappijen en organisaties als BREIN en Buma Stemra.
Een poging om de verouderde licentiemodellen te veranderen, is niet nieuw: tot kort geleden hadden piratenpartijen hierbij het hoogste woord. Als raison d’être noemden zij het doorbreken van het sterk verouderde licentiemodel dat totaal voorbijging aan het internettijdperk. Dus introduceerden zij het gratis – en illegaal – downloaden, waar de distributiemaatschappijen uiteraard niet blij mee waren.
Deze partijen juichten de opkomst van diensten als iTunes en Netflix dan ook toe: mensen kregen een heel redelijk alternatief voorgeschoteld voor het illegaal downloaden, maar het mooiste was dat de distributiemaatschappijen hun model wederom niet hoefden te veranderen.
Maar nu is het Netflix die aan de bel trekt: begin dit jaar maakte de dienst bekend alleen nog maar internationaal geldende licenties in te willen kopen. Want de situatie is momenteel absurd: wanneer ik als Netflix-abonnee mijn familie in het buitenland bezoek, krijg ik daar een ander filmaanbod dan in Nederland, simpelweg omdat de in Nederland geldende licenties daar niet van kracht zijn en vice versa. Met andere woorden: als Netflix een film in meerdere landen wil aanbieden, dan moet de dienst die licentierechten per land aanschaffen.
Dat moet dus anders, besliste Netflix en de dienst is inmiddels te groot om te negeren en bovendien ongetwijfeld niet de enige maatschappij die verandering wil.
Wat eerst de grote redders van de distributiemaatschappijen leken, nemen nu het stokje over van de piratenpartijen en de wapens op tegen deze distributiemaatschappijen, die hiermee het paard van Troje binnen hun muren te lijken hebben gehaald. Als gebruiker van deze diensten kan ik deze aankomende strijd alleen maar toejuichen.