Groot windenergie-eiland minder efficient dan reeks kleinere hubs

Leestijd: 2 minuten

redactie

Het idee van TenneT om één groot windenergie-eiland midden op de Noordzee aan te leggen en daar zoveel mogelijk windparken op aan te sluiten, is minder efficiënt dan gedacht. Het internationale North Sea Wind Power Hub-consortium komt tot de conclusie dat het slimmer is om een reeks kleinere ‘windenergie hubs’ te bouwen, die onderling en met de omringende landen kunnen worden verbonden.  

Het consortium wil de integratie mogelijk maken van windenergie op de Noordzee, ver uit de kust. Het voorgestelde Hub-and-Spoke concept, waarbij windparken worden aangesloten op centraal gelegen hubs op zee, biedt een haalbare oplossing voor het bereiken van de klimaatdelen. Noordzeelanden en hubs worden met elkaar verbonden via kabels of pijpleidingen. Zo wordt windenergie geïntegreerd in het onshore energienetwerk, inclusief toepassing van power-to-gas.

Het oorspronkelijke concept van één grote windenergie hub midden in de Noordzee is geëvolueerd tot het stapsgewijs bouwen van meerdere kleinere hubs. Deze zijn elk toegespitst op lokale omstandigheden en hebben minder impact op het milieu. De technisch optimale grootte van een hub ligt op 10 tot 15 gigawatt capaciteit.

Een eerste Hub-and-Spoke project zal hoogstwaarschijnlijk elektrisch verbonden zijn met de kust, met grootschalige power-to-gas conversie- en opslagcapaciteit om eventuele pieken en dalen in de energievoorziening te kunnen opvangen. Het consortium onderzocht drie mogelijke ontwerpen voor de hubs, gebaseerd op funderingstypen: eilanden gevuld met zand, caisson-eilanden en platforms.

Internationale onderzoeken en scenario’s laten zien dat na 2030 een hoger tempo nodig is bij de uitrol van offshore windparken om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Dit gebeurt nu met 2 gigawatt per jaar. Om een offshore windcapaciteit tussen 70 en 150 gigawatt te bereiken voor de Noordzee in 2040, is er circa 7 gigawatt per jaar nodig tussen 2023 en 2040.

Volgens het consortium is dit haalbaar als gekozen wordt voor een internationaal gecoördineerde aanpak. Deelnemende landen zouden grootschalige offshore windparken effectiever met elkaar kunnen verbinden en integreren. Dit zou ook significant minder kosten vergeleken met een planning per individueel land, zoals nu het geval is.

Er is meer dan tien jaar aan ontwikkelings- en constructietijd nodig voordat het project operationeel is. Om meerdere Hub-and-Spoke projecten te ontwikkelen zullen de betrokken landen op korte termijn cruciale beslissingen moeten nemen. Het consortium vraagt de Nederlandse, Deense en Duitse regering en de Europese Commissie om deze ontwikkeling gezamenlijk verder vorm te geven. 

Het North Sea Wind Power Hub-consortium bestaat uit TenneT Nederland en Duitsland, Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en Energinet. 

Lees ook

Nieuwsbrief

Onze sponsor: