Goede vraag: Wat stelt Biden precies voor in zijn giga-infra-plan?

Leestijd: 2 minuten

Gerald Schut

Op 31 maart heeft de Amerikaanse president Joe Biden zijn ‘American Jobs Plan’ gepresenteerd. Biden wil in acht jaar tijd $2250 miljard steken in infrastructurele werken, van snelwegen, tot hoogspanningslijnen, waterleidingen, vliegvelden, openbaar vervoer, supersnel internet en veel onderzoek naar schone energie. Wat stelt Biden precies voor en hoe ambitieus is het plan eigenlijk?

‘Als we nu handelen, zullen we over 50 jaar zeggen: “Dit was het moment, waarop Amerika de slag om de toekomst heeft gewonnen.”’ Biden probeerde bij de presentatie van zijn plan niet bescheiden te blijven. Grofweg de helft van het geld gaat naar infrastructuur en de andere helft gaat naar klimaatbeleid. De duurzame energieplannen zijn daarmee half zo groot als de plannen waarmee Biden campagne voerde. Weekblad The Economist reageert enthousiast maar ook enigszins onderkoeld op de astronomische bedragen, die op 0,6% van het BNP neerkomen: ‘Dat is eigenlijk een beetje aan de lage kant van de meeste schattingen van de kosten voor het compleet herontwerpen en herbouwen van een industriële samenleving.’

Desondanks is vanuit Nederland gezien alles groot aan Bidens plan. $174 miljard om een Amerikaanse maakindustrie voor batterijen en elektrische auto’s op te zetten. $165 miljard voor openbaar vervoer. $213 miljard voor woningisolatie.

Op onderzoeksgebied gebeurt veel. De VS besteedt op dit moment jaarlijks $8 miljard aan onderzoek naar energie. Biden wil $180 miljard steken in onderzoek naar ‘de technieken van de toekomst’. Daarvan gaat $35 miljard naar technologie en innovatie rondom klimaat via de oprichting van een ARPA-C, naar het model van energieonderzoek in ARPA-E en defensieonderzoek in DARPA. Daarbij wordt $15 miljard ingezet op het financieren van grote demonstratieprojecten, waarmee de ‘valley of death’ in de innovatiewetenschap kan worden overbrugd. Grootschalige energieopslag, CCS, waterstof, volgende generaties nucleaire energie, scheiding van zeldzame metalen, drijvende windparken, bio-energie en quantumcomputers. Daarbovenop komen nog eens 10 demonstratiefabrieken, waar CCS wordt toegepast bij onder meer staal- en cementproductie. Alles wat de Verenigde Staten hier bereiken, zal de klimaatuitdaging voor de rest van wereld behapbaarder maken.

Energie-journalist David Roberts schrijft: ‘Het plan bevat tientallen programma’s die, als ze los van elkaar ingevoerd zouden worden, ieder zouden gelden als een enorme mijlpaal. Als een aanzienlijk aantal daarvan daadwerkelijk gerealiseerd wordt, is dit een historische prestatie.’

Om het doel van net zero in 2050 en koolstofvrije elektriciteit in 2035 te realiseren kiest Biden niet voor een CO2-tax maar voor effiency-standaarden. Dat maakt het plan kwetsbaar in de Senaat, waar iedere stem telt nu beide partijen 50 zetels hebben en, zoals Michael Persson verderop in TW schrijft, zelfs infrastructurele plannen nu gepolariseerd zijn. Om de plannen te financieren wil Biden de belasting voor bedrijven, die zijn voorganger Donald Trump verlaagde van 35% naar 21% weer verhogen. Om te voorkomen dat die belastingverhoging het concurrentie vermogen van de Amerikaanse industrie aantast, is minister van Financiën Janet Yellen al begonnen met een campagne om wereldwijd een minimumtarief in te voeren. Financieel journalist Jeroen Smit reageert hier dolenthousiast op: ‘Gamechanger; dit zou geweldig zijn! Allemaal overal bijvoorbeeld 25 procent…en al die energie en brainpower die nu gaat naar ‘zo weinig mogelijk belasting betalen omdat het kan’, kan voortaan naar het oplossen van duurzame/circulaire puzzels…worden we allemaal gelukkiger van.’

Zo kunnen de grote plannen van Biden zowel direct als indirect veel invloed hebben.

Lees ook

Nieuwsbrief