Goede vraag: hoe werkt een toilet eigenlijk?

Leestijd: 2 minuten

Gerald Schut

Onderzoek na onderzoek onderstreept dat mensen immuun zijn voor nieuwe informatie die niet strookt met hun groepsidentiteit en wereldbeeld. Resultaat is het dichtgetikte getamboereer op het eigenlijk gelijk dat we ‘debat’ noemen. Maar cognitief psychologen zien een straaltje hoop: het toilet.

In ‘The Knowledge Illusion’ vragen Steven Sloman en Philip Fernbach proefpersonen om stap voor stap uit te leggen hoe een toilet werkt. Dat blijkt een gouden vraag. Vrijwel iedereen loopt vast. Vervolgens blijken mensen, geconfronteerd met hun eigen onwetendheid, meer open te staan voor nieuwe informatie. Zo is het toilet niet alleen één van de grote levensredders in de menselijk geschiedenis (bedenk: anno 2019 heeft 40 % van de wereldbevolking geen fatsoenlijk sanitair met jaarlijks 280.000 vermijdbare doden als gevolg) maar biedt de wc ook epistemologisch hoop aan de mens.

Dat is prachtig, maar hoe werkt het toilet dan? Het mechanisme van de stortbak nemen we voor lief. Wat veroorzaakt de wervelstorm in de pot die onze uitwerpselen wegzuigt? Het internet blijkt in twee kampen uiteen te vallen. De ene kant zegt ‘drukverschil’, terwijl het ander kamp claimt: ‘druk speelt geen rol, maar zwaartekracht.’ Ook hier blijkt het toilet mensen samen te brengen. Beide verklaringen kloppen deels. Onderin de pot zit een dubbele sifon: een hevel met een waterslot. Om de pot leeg te zuigen moet de hevel geactiveerd worden. Dit gebeurt als de omgekeerde U in de afvoerbuis volledig met water gevuld is. Dan zorgt de zwaartekracht ervoor dat de hydrostatische druk in de buis lager wordt dan luchtdruk. Door de cohesieve kracht van het water wordt de pot leeg getrokken tot de watermassa door lucht doorkliefd wordt en het heveleffect gorgelend wegsterft.

‘Het toilet is een heel boeiend product,’ zegt Johan Molenbroek ,emeritusprofessor Toegepaste Ergonomie, aan de TU Delft en oprichter van de Dutch Toilet Organization. Het natuurkundig mirakel van het spoeltoilet werd al in 1851 bij de Wereldtentoonstelling in Londen gepresenteerd. ‘Sindsdien is het ontwerp eigenlijk nauwelijks veranderd.’ Volgens Molenbroek is het grootste probleem met het klassieke spoeltoilet, dat mensen het als afvalbak gebruiken voor medicijnen, frituurvet en verbandmiddelen. Hij geeft direct een dwingende reden om daar mee op te houden. ‘Gestold frituurvet in de afvoerbuis bekleedt de buis met een aantrekkelijke klimmuur voor ratten die daarlangs de toiletpot in kunnen klimmen.’ Na deze huiveringwekkende gedachte houdt Molenbroek een pleidooi voor meer toiletten in de publieke ruimte. ‘Uit onderzoek blijkt dat ouderen en mensen met maagdarmproblemen zich nu vaak gedwongen voelen om nodeloos thuis te blijven, doordat ze niet kunnen rekenen op publiek sanitair. Dat kan anders. In Nieuw Zeeland heeft ieder dorp een schoon openbaar toilet.’

De uitdaging bij het ontwerpen van waterzuinigere toiletten zit erin dat de pot in één keer volledig schoon moet spoelen. ‘Anders spoelen mensen twee keer en schiet je je doel voorbij.’

Lees ook

Nieuwsbrief