Nieuws
0

Gezocht: handen aan de knoppen

Gerald Schut

De plannen om de Nederlandse economie te vergroenen zijn groot, maar zelfs als er genoeg geld beschikbaar komt om de CO2-uitstoot in 2030 met 49 % te reduceren, dreigt een andere factor roet in het eten te gooien: gebrek aan gekwalificeerde arbeidskrachten. TW ging op zoek naar de knelpunten.

In 2020 zal er een tekort zijn van 20.000 technici in de installatiebranche, zo verwacht Doekle Terpstra, voorman van koepelorganisatie Uneto-VNI, (dat vanaf volgend jaar ‘Techniek Nederland’ heet). In het decennium erna zal het tekort verdubbelen, niet alleen op vmbo- en mbo-niveau maar ook onder hoogopgeleiden, vreest Terpstra. Hij is de enige niet. McKinsey rekent op 45.000 extra vacatures door de energietransitie. Het Economisch Bureau van ING ziet in 2030 120.000 nieuwe vacatures in de technische sector, waarvan 70.000 door pensionering. In opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), de brancheorganisatie voor hernieuwbare energie, becijferde CE Delft dat alleen al het aardgasvrij maken van woonwijken netto 11.000 extra banen zal opleveren. Meer monteurs en installateurs van warmtepompen en zonnepanelen dus, maar ook meer hbo’ers en academici, die als architect, IT’er en data scientist smart grids en nuttige apps moeten gaan bouwen.

Maar waar moeten die installateurs en ingenieurs vandaan komen? Onderwijssocioloog Marc Vermeulen (Tilburg University) spreekt van een toenemende mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Net als Terpstra vindt hij dat het onderwijs meer zou moeten worden gestuurd door de kans op een baan. Nu is er in het technisch onderwijs vaak sprake van een vicieuze cirkel. Het leerlingenaantal is laag en doordat de bekostiging per leerling komt, is er weinig geld voor aantrekkelijkere onderwijsfaciliteiten en de benodigde geavanceerde apparatuur, waardoor de opleidingen voor leerlingen minder aantrekkelijk zijn, et cetera. Vermeulen in het FD: ‘Eigenlijk is de huidige bekostiging een perverse prikkel om opleidingen aan te bieden die populair zijn in plaats van noodzakelijk.’

De Sociaal Economische Raad (SER) noemt het bestaande onderwijssysteem voor technische beroepen onbetaalbaar, niet flexibel en verouderd en pleit voor een nieuw Techniekpact met hybride leraren (werknemers uit het bedrijfsleven in deeltijd voor de klas), concrete bedrijfscases en betere fysieke leer- en experimenteeromgevingen. De polderclub ziet veel in Green Deals tussen Uneto VNI, de NVDE en mbo-opleidingen. Zo zouden dit jaar al 750 extra installateurs moeten worden opgeleid. Een voorbeeld van een innovatief onderwijstraject is het Kennis- en Praktijkcentrum Energietransitie (KPE) in Den Haag, dat dit jaar met een Europese subsidie van € 700.000 van start is gegaan. Het is een samenwerking van ROC Mondriaan en de Haagse Hogeschool, met steun van de gemeente Den Haag, die in 2030 energieneutraal wil zijn, en het bedrijfsleven. Het KPE heeft plek voor 25 studenten elektrotechniek en 25 studenten installatietechniek.

De SER vergelijkt de energietransitie in haar rapport Energietransitie en Werkgelegenheid zelfs met de zorgsector, waar een tekort van 100.000 tot 125.000 ‘handjes aan het bed’ in 2022 dreigt. Dat is zorgwekkend, want een hoge werkdruk maakt een sector doorgaans niet aantrekkelijker. ‘Zonder aanvullend beleid kan de energietransitie door niet vervulde vacatures vertraging oplopen’, schrijft de SER. Een bedrijf als Van Oord, dat steeds meer windmolens op zee installeert, telt nu al 150 tot 200 onvervulbare vacatures op een totaal van 4.500 werknemers.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verklaart de groeiende werkgelegenheid zo: ‘Over het algemeen zijn de sectoren die negatieve gevolgen ondervinden, zoals aardolie- en gaswinning, relatief arbeidsextensief, terwijl de sectoren waar de vraag zal stijgen, zoals de bouw, installatiebranche en financiële diensten, arbeidsintensiever.’ Daardoor zullen er duizenden banen verdwijnen in de fossiele branche, terwijl er in de duurzame energie tienduizenden bijkomen. Als de vijf resterende kolencentrales in 2024 en 2030 sluiten, verdwijnen daar 2.700 arbeidsplaatsen. Die werknemers zijn niet alleen moeilijk te herplaatsen in groeisectoren door een gemis aan passende opleiding en ervaring, maar ook doordat de nieuwe banen ontstaan op andere plekken dan waar de oude verdwijnen. In Effecten van de energietransitie op de regionale arbeidsmarkt – een quickscan concludeert het PBL dat er vooral veel banen bij zullen komen in Noord-Brabant en Gelderland met veel bedrijven in de machinebouw. In Zeeland zullen vanwege de eilandstructuur de banen het moeilijkst te vervullen zijn, omdat het lastig te bereizen is voor werkzoekenden uit andere provincies. Het PBL weegt ook de indirecte arbeidsmarkteffecten van de energietransitie mee: als mensen massaal hun huizen gaan isoleren en zonnepanelen op hun dak laten schroeven, houden ze minder geld over voor in de kroeg. Zo zullen horeca, meubel- en groothandel de verliezers zijn van de energietransitie, denkt het PBL. In Noord- en Zuid-Holland, waar de verliessectoren relatief groot zijn, blijft het arbeidsmarkteffect van de energietransitie dus beperkt. Er komen weliswaar veel banen bij in de duurzame energie, maar er verdwijnen indirect ook relatief veel banen.

Netbeheerders voorzien nu al extra stroomstoringen door een gebrek technisch personeel. Eerder dit jaar waarschuwde bestuurder Ingrid Thijssen van het Gelderse Alliander dat de netbeheerder niet meer aan regulier onderhoud toe kwam. ‘Met alle gevolgen van dien.’ Ook de Metaalunie, FME, en Bouwend Nederland waarschuwen voor een tekort aan opgeleide technici.

Om de energietransitie niet te laten verzanden is dus veel instroom van jongeren nodig en snel. Een moeilijkheid die ECN twee jaar geleden in een onderzoek onder jongeren tussen 17 en 26 registreerde, is een onthutsende onbekendheid met de branche. Slechts 1 % van de jongeren kon in 2016 vijf bedrijven in de duurzame energie noemen en minder dan 10 % dacht bij zijn studiekeuze aan duurzame energie. Tegelijk vond een overweldigende meerderheid van 80 % het belangrijk dat Nederland meer duurzame energie gaat gebruiken. Er is dus een wil, nu moet er ook nog een weg gevonden worden. Eneco Groep probeert bijvoorbeeld met het spel Newtonian Shift (vijf uur voor 25 spelers) scholieren en studenten te enthousiasmeren voor de energietransitie. Olof van der Gaag, directeur van de NVDE: ‘De energietransitie is een banenmachine. Het is niet de vraag of er genoeg banen zijn voor de mensen, maar of er genoeg mensen zijn voor de banen. Het onderzoek van ECN maakt duidelijk dat het cruciaal is om breed interesse te kweken voor een baan in deze sector, zeker ook bij jongeren die zich oriënteren op de arbeidsmarkt.’

Onderwerp:
ElektrotechniekMicro-elektronica

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×