Get yourself connected

Leestijd: 3 minuten

Mark van der Heijden

Software is de spil die Industrie 4.0 mogelijk maakt. Alles dat daaromheen draait – van sensoren en robots tot fabrikant en leveranciers – het staat via software automatisch met elkaar in contact. De mogelijkheden die dat biedt zijn nog lang niet allemaal benut. ‘Het gaat over connected zijn.’

Als Jasper de Vreugt, marketingdirecteur van ECI Solutions, moet uitleggen wat Industrie 4.0 is, begint hij met een oude lift; een lift waar op gezette tijden een monteur langs komt. ‘Een overzichtelijk maar inefficiënt proces, want de ene lift wordt vaker gebruikt dan de andere. Lift-as-a-service is een trend gerelateerd aan Industrie 4.0. Sensoren meten onder meer hoe vaak de lift is gebruikt en de weerstand van de deuren. Daarmee kan de lift aangeven dat onderhoud nodig is en dit volautomatisch inplannen.’

Een flinke stap verder kom je bij een digital twin, een virtuele weergave van een product of onderdeel dat je wilt maken. Het is meer dan een digitale tekening, omdat er met sensoren validatie plaatsvindt als het product eenmaal gereed is. ‘Er ontstaat een realtime feedbackloop van de sensoren naar de ontwerpfase. Omdat je zo goede feedback krijgt, kun je heel agile je productieproces aanscherpen.’

Industrie 4.0 draait dus om een toegenomen digitalisering van de productiefaciliteiten en een toegenomen digitalisering van de producten zelf. Software is de spil. ECI Solutions is een van de partijen die maakbedrijven helpt om daarmee hun productie te digitaliseren.

‘Software is de schakel tussen engineering en productie. Het stelt producten samen; hoe worden ze geassembleerd, in welke volgorde. De planning van materialen en logistieke afhandeling wordt ook in dat systeem geregeld. En het zorgt ervoor dat er een kwaliteitscontrole is en dat het product daarna doorgaat naar de volgende stap. Al die stappen, van het aansturen van de robots of machines tot de financiële afhandeling, kan door software worden aangestuurd.’

Belangrijk daarbij zijn API’s, definities waardoor de software kan communiceren met de robots of het product. ‘Een machine moet instructies krijgen om bewerkingen uit te voeren. De interface van de software naar de machine loopt via API’s. Dat maakt dat de machine onderdeel wordt van de softwareomgeving.’

Nu zijn deze API’s veelal intern gericht, met externe partijen als leveranciers wordt veelal gecommuniceerd via het Smart Connected Supplier Network (SCSN). ‘Dat is de standaard voor het berichtenverkeer tussen bedrijven. Stel een bedrijf moet een sub-assembly of grondstof inkopen. Dat kan via SCSN worden ingekocht, gefactureerd en volgens die standaard ook financieel worden afgehandeld.’

‘Zo ook kom je tot self-adapting systems, systemen die zelflerend zijn en zichzelf kunnen aanpassen op patronen die in het verleden hebben plaatsgevonden. Als blijkt dat steeds op dinsdag bepaalde onderdelen out of stock zijn, dan zal het systeem zelf besluiten meer te bestellen.’ Op eenzelfde manier kan de machine, net als de lift, voorspellen dat er bijvoorbeeld kans op een storing is. ‘Daar kun je predictive maintenance op toe passen, waardoor je een hogere uptime van de productielijn realiseert.’

‘Je merkt aan deze trends dat het gaat over connected zijn’, concludeert De Vreugt, ‘Dat betekent ook dat je het als softwarebedrijf niet alleen kan. De openheid van software-oplossingen om te connecten met andere softwarepartijen of machinebouwers is cruciaal. De productieomgeving is zo complex dat niet één systeem in alle behoefte kan voorzien. Je kan het als softwarebouwer nooit winnen op features en functions. Openheid en integratie als standaard kunnen aanbieden, dát is belangrijk.’

De Vreugt ziet vooral in de verbindingen met andere partijen nog groeimogelijkheden voor Industrie 4.0. ‘De belofte van seamless production, self-adapting production, minder kosten, hogere uptime zijn tegenstrijdige zaken die door automatisering zijn te realiseren. We zijn de komende tien jaar nog bezig om dit soort ontwikkelingen te implementeren.’

‘Systemen kunnen nog beter zelflerend worden. De productie is nu vaak geoptimaliseerd, maar nog niet gekoppeld aan de sales pipeline. Dat is een inefficiëntie. Als we kunnen voorspellen dat we over zes maanden een bepaalde opdracht krijgen, kunnen we daarvoor nu al een optie nemen op grondstoffen.’

‘Er is ook nog veel te winnen in de smart supply line, waarin bedrijven aan elkaar gekoppeld zijn. Het productieproces bevindt zich al lang niet meer alleen op de productievloer; bij complexe producten is al snel 80% assembly. Die 80% kan ook beter worden ingepland. Juist de samenwerking met andere in de keten, daar zie ik nog veel kansen.’

Lees ook

Nieuwsbrief