Thomas van de Sandt
Het verhogen van het peil van het IJsselmeer met anderhalve meter is definitief van de baan. Een structurele peilstijging zal niet meer dan enkele decimeters bedragen. Dat staat in het Deltaprogramma 2013 dat met Prinsjesdag aan de Tweede Kamer is gestuurd.
Deltacommissaris Wim Kuijken gaat in dit derde Deltaprogramma dus in tegen de commissie-Veerman, die in 2008 nog wel een aanbeveling deed voor een peilstijging met anderhalve meter voor het IJsselmeer, bedoeld om problemen met de zoetwatervoorziening in droge zomers voor te zijn.
Het belangrijkste bezwaar is dat dorpen en steden rondom het IJsselmeer enorm zouden moeten investeren in waterkeringen. Een woordvoerster van de Deltacommissaris benadrukt dat ook in de nieuwe plannen, waarover de vernieuwde Tweede Kamer zich nog moet uitspreken, de zoetwatervoorziening niet in het gedrang komt. ‘Een vergroting van de buffervoorraad zoet water kan ook door het verhogen van het waterpeil in het voorjaar of het mogelijk maken dat in droge zomers het peil als gevolg van het waterverbruik dieper kan uitzakken.’
De Deltacommissaris draagt nog twee mogelijkheden aan om aan een grotere zoetwatervraag te voldoen: een andere afvoerverdeling van de Rijn en maatregelen om zoutindringing in de Nieuwe Waterweg tegen te gaan.
Het nieuwe Deltaprogramma laat ook het idee los om het peil van het IJsselmeer mee te laten stijgen met de zeespiegelstijging om de afvoer van water naar de Waddenzee mogelijk te maken. Volgens de Deltacommissaris is het installeren van pompcapaciteit in de Afsluitdijk hiervoor de meest kosteneffectieve oplossing. ‘Er is nu al gekozen om de spuicomplexen te renoveren en een aantal spuikokers te voorzien van pompen. Met deze maatregel kan 25 cm zeespiegelstijging worden opgevangen. De pompcapaciteit zal moeten worden aangevuld op het moment dat de zeespiegel daadwerkelijk 25 cm gestegen is, ergens tussen 2035 en 2070’, aldus de woordvoerster.