Financiering Wetsus verzekerd

Leestijd: 3 minuten

Benno Boeters

Wetsus, het researchcentrum voor watertechnologie in Leeuwarden, kan rekenen op een basisfinanciering van 38 miljoen euro tot 2020.

Het geld komt van het Ruimtelijk Economisch Programma, dat de overheid beschikbaar stelde aan de noordelijke provincies als compensatie voor het schrappen van de Zuiderzeespoorlijn. Wetsus, dat volgend jaar tien jaar bestaat, is met deze financiering de opstartfase voorbij. ‘We verleggen nu de focus van groeien naar beter worden’, zegt wetenschappelijk directeur prof.dr.ir. Cees Buisman. Waar andere topinstituten kampen met bezuinigingen, stelt Wetsus zijn financiële basis zeker.

Het onderzoeksinstituut beschikt met dat geld, de bijdragen van leden (bedrijven en universiteiten) en EU-subsidies (uit Zevende Kaderprogramma en het EFRO-regiofonds) over een jaarbudget van ongeveer twintig miljoen euro. Bovendien steken de stad Leeuwarden en de provincie Friesland dertien miljoen in flankerende projecten zoals pilotplants, incubators en gebouwen. En komend jaar, in maart, beslist de Friese hoofdstad over geld voor een nieuw hypermodern gebouw en laboratorium. De Watercampus moet uitgroeien tot een Europese watertechnologie-hub.

De bestuurders van Wetsus hebben goed gebruik gemaakt van het gegeven dat Friesland geen universiteit heeft. Naast het aantrekken van subsidies voor regionale ontwikkeling, maakt dat het ook mogelijk universitair toponderzoek voor deelaspecten op watergebied in Leeuwarden samen te brengen. Zo brengt de Universiteit Twente vanuit de specialisaties nanotechnologie en membranen de specifieke water-aspecten in bij Wetsus. De Wageningen Universiteit doet dat vanuit de prominente clusters procestechnologie en life sciences. En de TU Delft participeert in Friesland vanuit de specialismen chemische technologie en biotechnologie. Zonder concurrent te zijn profiteert Wetsus dus van toponderzoek van universiteiten en brengt men de lijnen samen op een onafhankelijke plek.

Bij Wetsus lopen op dit moment zeventig projecten. Alles draait om duurzaam watergebruik en duurzame energie. Voorbeeld van dat laatste zijn de proeven met blue energy, het opwekken van elektriciteit uit membranen die zoet en zout water scheiden en waarvoor inmiddels een pilot draait.

Over projecten om verbruik van drinkwater drastisch te reduceren, vertelt Buisman: ‘We stellen ons een doel: tachtig procent minder verbruik in huishoudens. Is dat haalbaar? Wij denken van wel. Door invoering van vacuümtoiletten, of door douchewater te recyclen. Je kunt in de afvoer van de douche een sensor plaatsen die zorgt voor scheiding van vies en schoon water. Het echt vieze water gaat richting riool, het schone water kun je hergebruiken; dat spaart water en gas. Ook grijs water, voor zover dat geen wc-afvalwater is, kun je hergebruiken voor de wasmachine of de afwas. Alles bij elkaar is die tachtig procent reductie te bereiken, wat ook zorgt voor minder water in het riool en een veel grotere concentratie vuile stoffen in de zuiveringsinstallaties, zodat je efficiënter kunt zuiveren.’

De denkexercitie richting minder waterverbruik, geconcentreerde afvalstoffen en mogelijke energiewinst heeft ook geleid tot Wetsus’ nieuwste paradepaardje. Met enige trots vertelt Buisman: ‘We gaan een pilot plant opzetten waarin bacteriën elektriciteit winnen uit de omzetting van geconcentreerde urine naar ammonium. Iedereen zei dat dat niet kon, wij tonen aan dat het wel kan. Volgens ons werkt dit zo goed, dat we samen met het elektrotechnisch bedrijf Magneto en met het waterschap Friesland (Wetterskip Fryslân) de pilot gaan doen. Uit het geconcentreerde afvalwater uit urinoirs voor dertig personen moet de installatie stroom produceren. Leveren alle vijfhonderd toiletten van het waterschap­kantoor gescheiden urine, dan zou dat 20 kWh per dag opbrengen. Als je de ammonium die de bacteriën maken benut in een brandstofcel, dan levert dat nog een 60 kWh per dag op.’ Volgens Buisman is deze bio-elektrochemische toepassing uniek.

Andere veelbelovende Wetsusprojecten zijn er op het gebied van ontzilting van zout water om er betaalbaar irrigatiewater van te maken (maximale kosten vijf eurocent per kuub), bijvoorbeeld door de inzet van ionic liquids (‘magisch spul dat niet mengt met water maar wel het zout eraan onttrekt’) of superkritische desalinisatie. En de research naar terugwinning van fosfonaten uit de afvalstroom van afwasmachines en het spoelwater om membraaninstallaties schoon te maken.

Lees ook

Nieuwsbrief

Onze sponsor: