Jan Spoelstra
Het is eigenlijk vreemd dat we in Europa geen smartphone vanuit de basisgrondstoffen kunnen maken. De EU kent geen chipindustrie in een tijd dat we data als de nieuwe olie zien, en geïntegreerde chips als productieplatforms en raffinaderijen.
Dat werd duidelijk toen we vorig jaar nieuwe laptops en mobieltjes kochten toen we thuis onze werkplek up-to-date wilden maken en de vraag naar chips toenam. Dat gebeurde bovendien in een jaar dat autofabrikanten hun voorraad chips afbouwden omdat ze in 2018-2019 relatief weinig auto’s verkochten. Nu sorteert iedereen, ook de auto-industrie, voor op economische groei en is er een nijpend chiptekort waardoor autofabrikanten productielijnen hebben moeten stilleggen. Het is een gevolg van onomkeerbare trends in digitalisering.
Denk bij die trends aan de maakindustrie waar productielijnen steeds slimmer worden. Op veel plaatsen in de industrie zitten sensoren die samen met big data-analyse de industrie veranderen. De uitrol van 5G en steeds slimmere apparaten en voertuigen die daarover communiceren gaat niet meer stoppen. Computergames zullen met inzet van virtual reality een geheel nieuwe dimensie krijgen. Technologie uit diezelfde gaming-industrie vindt ook zijn weg naar 3D-modellen in bijvoorbeeld de bouw en digital twin simulaties. We willen langer en gezonder leven, en dus medische parameters via slimme wearables doorseinen naar algoritmen in de cloud. En dan ben ik nog een aantal trends vergeten, maar aan de basis ligt de trend dat overal meer rekenkracht vanuit chips moet komen.
Dat zien ook beleggers in de AEX. De beursgraadmeter liet recent een all time high van boven de 700 punten zien. Mede dankzij technologiebedrijven en vooral dankzij de inmiddels drie toeleveranciers aan de chipindustrie onder de 25 grootste beursgenoteerde bedrijven van Nederland. Het oude record stamde uit november 2000, toen liep de beurs té ver op de troepen vooruit en de ‘dot com bubble’ spatte uiteen. De hoge waardering van Nederlandse technologiebedrijven nu is echter onderdeel van een duidelijke onomkeerbare trend: we willen steeds meer rekenkracht in onze apparaten.
Ook de overheid heeft dat gezien. Op sterke aandrang van de VS heerst er bijvoorbeeld een exportverbod richting China op de meest geavanceerde EUV-chipmachines van ASML. Het is namelijk technologie die van strategisch belang kan zijn en bijvoorbeeld de Chinese chipfabrikant SMIC zou er de Chinese defensie-industrie mee vooruit helpen. Maar als we de kleinste en krachtigste chips in de wereld van zo’n strategisch belang vinden, waarom produceren we ze dan niet zelf in grote getale in Europa?
Er moet vaart komen achter het plan om een grote chipfabriek naar Europa te halen. Nederland moet zich daar in Europa hard voor maken. Een mooi klusje voor de Europa-minnende politieke partijen om tijdens de hopeloos vertraagde kabinetsformatie wat meer hightech het regeerakkoord in te fietsen.