Rijkert Knoppers
Laat een drietal lege tonnen in zee dobberen, verbindt de drijvende vaten met stangen aan een centrale module en laat de op- en neergaande beweging van de golven via de stangen een hydraulische pomp aandrijven, die op zijn beurt weer een generator aandrijft.
Ziedaar het concept van de WaveNET-golfcentrale, die ingenieursbureau Albatern uit Edinburgh met financiële ondersteuning van de EU heeft ontwikkeld.
Het grote voordeel van deze installatie is dat de energieopwekking onafhankelijk gebeurt van de richting van de golven. Bovendien zijn de afzonderlijke WaveNET modules, die de naam Squid (pijlinktvis) hebben meegekregen, makkelijk aan elkaar te verbinden. Zo kan een uit verschillende modules opgebouwde WaveNET-centrale meer energie opwekken. Een golfcentrale van bijvoorbeeld 135 kW, opgebouwd uit de nieuwste Squid Series-6 van 7,5 kW, zou op deze manier een oppervlak van ongeveer 45 bij 75 m innemen.
‘Het voordeel van deze golfcentrales is dat ze aanzienlijk minder ruimte in beslag nemen dan offshore windturbines’, vertelt technisch directeur David Findlay. ‘Een offshore windturbine van bijvoorbeeld 3 MW vraagt om een tussenruimte tot andere windturbines van 700 m. Als je drie van dergelijke windmolens met een totaal vermogen van 9 MW plaatst, vragen ze evenveel ruimte als een WaveNET golfcentrale van 100 MW.’
Albatern heeft inmiddels enkele maanden geleden voor de westkust van Schotland een eerste proefinstallatie met drie WaveNET Squid Series-6 te water gelaten. De golfgenerator heeft een totaal vermogen van 22 kW, de opgewekte elektriciteit gaat naar een nabijgelegen visboerderij.
