Teake Zuidema
Het European Institute of Innovation and Technology (EIT) kreeg medio april een zware onvoldoende van de Europese Rekenkamer.
EIT slaagt er niet in doelen te realiseren, wordt geplaagd door bestuurlijke chaos (vijf directeuren in zeven jaar) en gekenmerkt door kortetermijnfinanciering en belangenconflicten. Alex Brenninkmeijer, verantwoordelijk voor de evaluatie, schrijft: ‘Er zijn ingrijpende wetgevende en operationele veranderingen nodig om EIT alsnog de geplande baanbrekende en innoverende rol te laten spelen.’
EIT, een idee van de toenmalige president van de Europese Commissie José Manuel Barroso, werd gelanceerd in 2008 met een budget van € 3 miljard voor 2008-2020. Door het stimuleren van samenwerking tussen universiteiten, instituten en bedrijven, moest EIT oplossingen aandragen voor het fenomeen dat briljante onderzoeksresultaten in Europa zelden leiden tot succesvolle, commerciële toepassingen. Deze innovatiekloof zorgt ervoor dat de EU er niet in slaagt het machtigste economische blok van de wereld te worden.
Bij de lancering van EIT werd herhaaldelijk verwezen naar het befaamde Massachusetts Institute of Technology, beter bekend als MIT, dat zijn grootste groeistulp beleefde dankzij WOII en de Koude Oorlog. De spin-offs van deze 155 jaar oude technische universiteit in Boston – een heksenbrouwsel van briljante academici, gedreven studenten, topfaciliteiten, vette overheidscontracten, joint ventures met bedrijven, start-ups en heel veel durfkapitaal – genereren, volgens de econoom Edward Roberts, samen een inkomen dat gelijk is aan het BNP van de tiende economie in de wereld: Frankrijk.
Al voordat EIT van start ging was er kritiek. Helga Nowotny, toen voorzitter van de European Research Advisory Board (EURAB), schreef dat een ‘top-down’ benadering van innovatie gedoemd was te mislukken. Vervolgens keerden de lidstaten zich tegen het idee om zo’n groot en prestigieus instituut aan een enkele locatie te gunnen. Daarom opereert EIT nu met een hoofdkwartier in Boedapest, meer befaamd om zijn thermische baden dan om innoverend onderzoek, en vijf verschillende Knowledge and Innovation Communities (KIC’s) met kantoren verspreid door heel Europa. ‘De financiële duurzaamheid van de KIC’s is twijfelachtig’, stelt de Europese Rekenkamer.
EIT is dus wat MIT nou net niet is, en dat is een gedistribueerd netwerk van onderzoekers en ondernemers in universiteiten en bedrijven, verspreid door heel Europa met enorm veel regels en procedures. Wie spreekt met studenten en onderzoekers van MIT leert dat de magie van dit instituut nu net zit in het feit dat je in de cafetaria in de rij staat met twee Nobelprijswinnaars. En dat je in het Medialab altijd een miljardair tegen het lijf kan lopen die nou juist geld wil steken in een project waar jij al een jaar aan werkt. Wie denkt dat direct lijfelijk aanwezigheid geen rol speelt, verwijzen we naar Silicon Valley.