Een kruiwagen belastinggeld over de grens kiepen?

Leestijd: 2 minuten

Jan Spoelstra

In 2008 heb ik mee mogen varen met een onderzeeboot van de Koninklijke Marine. Dat gebeurde tijdens NAVO-oefening ‘Bold Monarch’ waarbij internationale marines duikvaartuigen testten om bemanning uit een gestrande onderzeeboot te redden. Nu heeft minister Hennis in 2016 via de A-brief aan de Tweede Kamer laten weten nieuwe onderzeeërs te willen bestellen en inmiddels is het wachten op de B-brief van staatssecretaris Barbara Visser waarin ze de Kamer gaat inlichten over wat voor onderzeeboten we willen hebben, en hoe we deze gaan verwerven. Ter verduidelijking: pas in de E-fase wordt er daadwerkelijk gebouwd.

Of een Nederlands bedrijf de bouw en ontwikkeling als hoofdaannemer gaat uitvoeren, baart sinds het besluit om de nieuwe mijnbestrijdingsvaartuigen in Frankrijk te laten bouwen toch wel zorgen. Het intellectueel eigendom van die mijnbestrijdingsvaartuigen ligt straks bij de Fransen. Sommige systemen zullen als black-box aanwezig zijn, waar we de Fransen voor nodig hebben als het gaat om onderhoud. Bovendien kan de Franse Naval-werf goede sier maken bij toekomstige klanten. Om de woorden van oud-hoofd onderzeebootdienst Hugo Ammerlaan te parafraseren: ‘Ongelooflijk dat een kruiwagen belastinggeld op deze wijze over de grens wordt gekiept.’

Moeten nieuwe fregatten en onderzeeboten dan niet Europees aanbesteed worden? Het gaat hier niet om handdoeken of schoenen. Als het gaat om veiligheid kan onze overheid zich beroepen op artikel 346 uit het VWEU verdrag en hoef je een project niet Europees aan te besteden. Als het gaat om marineschepen wordt dit artikel onvoldoende toegepast. En kunnen we geen marineschepen van de plank kopen? Schepen die over vijf tot tien jaar varen, moeten op dat moment state-of-the-art zijn. Dat betekent dat je nu met de huidige operaties mee moet kijken en aan het einde van de bouw definitief kiest voor de systemen aan boord. Dat vergt nauwe samenwerking en dat loopt het beste tussen de eigen marine, de eigen industrie en de eigen kennisinstellingen. Wij zijn het enige land met een marinebouwcluster dat naar het buitenland stapt voor nieuwe marineschepen – en niemand buiten Nederland en de Haagse politiek snapt dat.

Voor het decembernummer van Maritiem Nederland heb ik een interview gehad met Rob Kramer, commandant zeestrijdkrachten. Op de vraag of we deze boten die hoog in het geweldsspectrum kunnen opereren echt nodig hebben, gaf hij een eerlijk en open antwoord. ‘Als mens, als vader, vind ik het jammer dat we in een wereld met geopolitieke spanningen leven die dicteren dat dit inderdaad de situatie is.’ Ik moest toen terug denken aan mijn eerste ontmoeting met onze onderzeeboten. Bold Monarch werd uitgevoerd in samenwerking met de Russische Marine, kort na het zinken van de Koersk. Tien jaar later is die samenwerking ondenkbaar en beweegt de geopolitiek zich in een omgekeerde richting.

Lees ook

Nieuwsbrief
* indicates required