€2,85 miljoen voor schimmelarchitectuur

Leestijd: < 1 minuten

Dorine Schenk

Bouwmaterialen gemaakt van schimmels zijn duurzamer dan beton en cement. Bovendien kunnen bakstenen op basis van schimmels zichzelf in de toekomst repareren en reageren op omgevingsveranderingen door bijvoorbeeld poreus te worden bij warm weer en te isoleren als het koud is. Het Fungar-project dat hier onderzoek naar doet, ontvangt vanuit Horizon 2020 € 2,85 miljoen euro voor schimmelarchitectuur, waarvan € 720.000 voor de Universiteit Utrecht.

Tijdens het afbreken van plantaardig materiaal vormen schimmels een netwerk van draden. Als er verschillende schimmels door elkaar groeien, krijg je schimmelnetwerken die gemakkelijk uit elkaar vallen, zoals de schimmels die je soms in je tuin of compostbak vindt. De onderzoekers gebruiken daarom een enkele schimmelsoort. Die stoppen ze samen met stro in een mal met de gewenste vorm, bijvoorbeeld een baksteen. In enkele weken groeit de schimmel uit tot een stevige kluwen van trouw en lijm die het stro bij elkaar houdt.

Er wordt al voorzichtig geëxperimenteerd met isolatiemateriaal op basis van schimmels en biologisch afval, zoals zaagsel en stro. Nu wordt de schimmel dood gemaakt nadat het netwerk in de juiste vorm gegroeid is. Als je de schimmel in leven houdt, kan een gat dat eventueel ontstaat vanzelf weer dichtgroeien, en heb je dus een zelfreparerend materiaal volgens hoogleraar Han Wösten (UU).

De Utrechtse onderzoekers kijken al verder dan het maken van eenvoudige bouwblokken. ‘Door de schimmeldraden in de bakstenen elektrisch geladen te maken, kun je er ook gemakkelijk sensoren in plaatsen’, vertelt Wösten. Daardoor kun je er een voelend en adaptief gebouw van maken, dat omgevingsveranderingen kan meten en daarop kan reageren. Een coating zorgt ervoor dat je geen schok krijgt en beschermt het materiaal te beschermen tegen weer en wind.

In 2014 werd er in New York van schimmelbakstenen een 12 m hoge toren gebouwd als kunstproject.

Lees ook

Nieuwsbrief