Thomas van de Sandt
Naast de pas geopende Bioprocess Pilot Facility (BPF) in Delft waar DSM een belangrijke bijdrage aan levert, investeert het chemie- en life sciences-concern in nog twee r&d-faciliteiten: een laboratorium voor materiaalonderzoek op de Chemelot Campus in Sittard-Geleen en een biotech-lab in Delft. De komende twee jaar geeft het bedrijf aan de drie faciliteiten samen zo’n honderd miljoen euro uit.
‘Innovatie is een van de belangrijke groeidrijvers van het nieuwe DSM’, zo verklaart de voorzitter van de Raad van Bestuur, Feike Sijbesma, de forse investeringen. Hij benadrukt dat het bedrijf binnen de nieuwe faciliteiten zal inzetten op open innovatie. Zowel in de BPF als de twee nieuwe labs krijgen andere (veelal kleine en jonge) bedrijven en onderzoeks- en onderwijsinstellingen de kans om aan het onderzoek bij te dragen en ervan mee te profiteren.
Dat is ook de reden dat zowel de landelijke overheid als de provincies Limburg en Zuid-Holland hun bijdrage leveren aan de nieuwe faciliteiten met subsidies en gunstige fiscale regelingen. ‘Dit versterkt de positie van de Nederlandse kenniseconomie en zorgt ervoor dat we ook in de toekomst tot de wereldtop in sectoren als agrofood, chemie en energie behoren. Bovendien levert de investering banen en inkomsten op in economisch moeilijke tijden’, aldus demissionair minister Verhagen van EZ. De omvang van de overheidsbijdragen is niet bekend gemaakt.
Het r&d-lab op Chemelot wordt de thuisbasis van de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van DSM Engineering Plastics. DSM-onderzoekers gaan hier onder andere nieuwe polymeren testen voor de automobiel- en de elektronica-industrie en materialen voor medische instrumenten. Het nieuwe gebouw biedt plaats aan 420 medewerkers. In het biotech-lab in Delft richt het onderzoek zich op voeding en biobrandstoffen. Hier kunnen 285 mensen aan de slag.
DSM zal de laboratoria in Delft en in Sittard naar verwachting in 2014 in gebruik nemen.
