Indra Waardenburg
DSM en het Amerikaanse bedrijf POET starten samen met de eerste fabriek die bio-ethanol produceert uit oneetbaar maïsafval. ‘Het was al gebruikelijk om ethanol uit maïskorrels te maken, maar nu gaan we ook de lignocellulose uit het restmateriaal van de planten op grote schaal omzetten in biobrandstof’, vertelt Joost Dubois, hoofd branding en communicatie bio-based bij DSM.
Het omzetten van lignocellulose in ethanol gaat niet geheel zonder moeite. Met behulp van enzymatische hydrolyse kan DSM de lignocellulose omzetten in suikers, waarbij het bedrijf gebruik maakt van een zelf ontwikkelde en gepatenteerde cocktail van enzymen. Vervolgens worden deze suikers tijdens een speciaal vergistingsproces met een zeer hoge efficiëntie omgezet in ethanol.
DSM en POET,een van de grootste ethanolproducenten ter wereld, investeren 250 miljoen dollar (190 miljoen euro) in de nieuwe fabriek die in Emmetsburg (Iowa) naast een van POETs huidige fabrieken komt te staan. DSM geeft aan dat de bestaande infrastructuur van POET een reden was voor deze samenwerking. ‘Wij kunnen zo meedoen met hun infrastructuur’, zegt Dubois. ‘Het voordeel voor POET is dat ze maar met een partner hoeven samen te werken, die zowel verstand heeft van de enzymatische hydrolyse als van het fermentatieproces.’
Het aanleveren van de uitgangsmaterialen zal op dezelfde manier gebeuren, maar daarbij zal 25% van de resten die normaal op het veld achterblijven aan de nieuwe fabriek geleverd worden. Naast ethanol zal de nieuwe fabriek uit haar eigen afvalstromen biogas produceren dat gebruikt wordt om elektriciteit voor het gehele complex op te wekken. Aan het einde van het hele proces voegt POET de geproduceerde ethanolstromen samen waarna deze biobrandstof naar verschillende afnemers gedistribueerd zal worden.
De productie start in de tweede helft van 2013 en naar verwachting zal deze combinatie winstgevend zijn in het eerste volledige productiejaar (2014). Op de lange termijn wil DSM-POET het proces wereldwijd in licentie aanbieden.