Mark van Baal
Vorige week zette de Rotterdamse wethouder Alexandra van Huffelen de discussie over koolstofdioxide afvangen en opslaan (Carbon Capture and Storage, CCS) op scherp.
Ze stelde in het Financiële Dagblad dat de twee in aanbouw zijnde kolencentrales op de Maasvlakte pas mogen gaan draaien als vast staat dat ze daadwerkelijk koolstofdioxide gaan afvangen en opslaan in een leeg gasreservoir onder de Noordzee. De belofte om CCS toe te passen was destijds de reden van een krappe meerderheid van de gemeenteraad om een bouwvergunning te verlenen aan elektriciteitsbedrijven E.on en Electrabel (onderdeel GDF Suez). ‘De twee nieuwe kolencentrales moeten zich houden aan de afspraken,’ zegt Van Huffelen via haar woordvoerder.
Het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD), een joint venture tussen E.on en GDF Suez, is bezig met de detailed engineering om in 2015 een kwart van de koolstofdioxide af te vangen uit de schoorsteen van de E.on elektriciteitscentrale, vertelde Andy Read, director capture, een jaar geleden aan Technisch Weekblad. ROAD krijgt in totaal 330 miljoen subsidies, maar komt nu geld te kort vanwege de lage koolstofdioxide-prijs (zeven euro per ton). ‘Het geldtekort overbruggen is een verantwoordelijkheid van de ROAD partners (E.on en GDF Suez, red.),’ zegt Van Huffelen.
E.on en GDF Suez hebben nog geen investeringsbeslissing genomen, bevestigt Marc Kombrink, woordvoerder van ROAD. Hij verwacht duidelijkheid in het voorjaar. Volgens Kombrink bestaat er geen relatie tussen het definitieve investeringsbesluit over ROAD en de ingebruikname van de nieuwe centrales. ‘Hierover zijn geen voorwaarden in de milieuvergunningen voor de nieuwe centrales opgenomen.’