Delft presenteert NunaX

Leestijd: 3 minuten

Mischa Brendel

Vier Nederlandse teams met één missie: het winnen van de World Solar Challenge. Drie teams nemen het tegen elkaar en tegen teams uit andere landen op in de Challenger-klasse, waarbij de zelf ontworpen zonnewagens in zo kort mogelijke tijd een afstand van 3.021 km moeten afleggen. Het vierde team racet in de Cruiser-klasse, waarbij er extra punten te verdienen zijn door de zonnewagen zoveel mogelijk te ontwerpen als echte gezinsauto.

In aanloop naar de race van 13 tot en met 20 oktober leggen de vier teams uit waarom hun team gaat winnen en wat hun zonnewagen het beste voertuig in de race maakt. Het Vattenfall Solar Team van de TU Delft trapt af.

Het Vattenfall Solar Team is inmiddels een oude rot in de World Solar Challenge. Dit jaar doet het studententeam van de TU Delft voor de tiende keer mee aan de race die ze al zeven keer eerder wonnen.

 De veranderingen aan NunaX ten opzichte van voorganger Nuna9 zitten vooral aan de binnenkant. Zo heeft het zestienkoppige team de boordcomputer dit keer volledig zelf ontwikkeld. ‘Eerder bestelden we een off-the-shelf boordcomputer die we vervolgens aanpasten’, vertelt technisch manager Bruno Martens. ‘Dit keer hebben we het printed circuit board, het moederbord, volledig zelf gemaakt, net als de software.’ Het grote voordeel hiervan is dat de software op maat is, waardoor bijvoorbeeld de coureur het een stuk makkelijker heeft. Martens: ‘bij de vorige boordcomputer was informatie uitsluitend als tekst uit te lezen; nu is er een graphical user interface.’

Een andere slimmigheid is het nieuwe accuontwerp. Bijzonder hieraan is de positie van de accu: deze bevindt zich links voorin de wagen en dat komt de stabiliteit van de auto ten goede, legt Martens uit: ‘Omdat het zwaartepunt van de auto nu vóór het aerodynamische centrum van NunaX ligt, heeft deze minder last van de wind.’ Dat betekent dat de auto minder slingert en daardoor minder afstand aflegt. Dus hoewel er aan de capaciteit van de accu niets is veranderd, heeft het ontwerp indirect toch een effect op het verbruik van de wagen.

 

NunaX is ook nog eens de eerste zonnewagen in de Nuna-reeks die gebruikmaakt van de wind. Martens: ‘Door een slimme vormgeving aan de auto, kunnen we een zijwind omzetten in een voorwaartse kracht. Op die manier kunnen we bij bepaalde zijwindomstandigheden zelfs energiepositief rijden bij een snelheid van 80 km/h.’

Aan het paneeloppervlak heeft het Vattenfall Solar Team nauwelijks iets veranderd; er is minimaal gesleuteld aan een iets slimmere indeling van het met panelen bedekte oppervlak van 2,64 m2 aan gallium-arsenidecellen. Deze high-end zonnecellen zijn ontworpen voor de ruimtevaart. Het Vattenfall Solar Team koopt de losse cellen kant-en-klaar, maar bouwt de panelen op de auto verder zelf, vertelt Martens. ‘We leggen een laminaatlaag op de wagen, een backsheet. Daarop plaatsen we een lijmlaag en daarop komen de zonnecellen. Daarna volgt weer een lijmlaag en bovenop komt de topsheet.’ De panelen zijn zogenoemde triple-junction-panelen. Dit houdt in dat de cellen drie lagen hebben; elke laag is geoptimaliseerd voor een andere golflengte van het zonlicht om dit optimaal te benutten.

Lees verder onder de foto


Het Vattenfall Solar Team (copyright: Hans-Peter van Velthoven)

Al deze veranderingen hebben ook nog eens iets van het gewicht afgeschaafd: met 135 kg is NunaX zo’n 5 kg lichter dan zijn voorganger.

Martens heeft er vertrouwen in dat Delft ook deze keer de titel mee naar huis neemt, al benadrukt hij dat het nog geen gelopen race is: ‘Onze auto gaat snel; we moeten hem nu vooral betrouwbaar maken. Daar gaan we de komende tijd mee aan de slag.’

Lees ook

Nieuwsbrief