Nieuws
0

De papieren tijger van Bussemaker

Fridus Valkema

De universiteiten kunnen opgelucht ademhalen, stelt columnist Fridus Valkema. De angst dat de Nationale Wetenschapsagenda de zoveelste directe bemoeienis van de overheid met het onderzoek zal worden is ongegrond.

 Het is een papieren tijger. De universiteiten hebben er overigens zelf alles aan gedaan om invloed op de uitkomst uit te oefenen. Van de bijna 12.000 vragen die zijn ingestuurd is een groot deel afkomstig van de universitaire onderzoekers.

Het proces naar de agenda was het afgelopen jaar vooral met veel pr-tamtam omgeven. De bewindslieden Bussemaker en Dekker en de voorzitters van de agenda, Rinnooy Kan en De Graaf, mochten regelmatig optreden in DWDD en om het hardst het belang onderstrepen. Het belangrijkste effect van alle publiciteit is geweest dat de wetenschap onder de aandacht is gebracht van het grote publiek. De vraag is voor hoe lang.

De 12.000 vragen zijn ingedikt tot 140 hoofdvragen en vijf thema’s die op hun beurt aansluiten bij de Grand Challenges van het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020. En zo heeft Nederland bottom-up nog eens overgedaan wat via Horizon 2020 al top-down was geregeld.

Dat zou nog niet zo erg zijn als het kabinet een flink budget aan de agenda had verbonden, want dan krijg je de universitaire onderzoekers in beweging. Maar zoals al werd voorspeld schuift het kabinet dit door naar het volgende. Tegen die tijd is het hele idee alweer op de achtergrond geraakt, want ‘een nieuw kabinet een nieuw beleid’.

Bussemaker hoopt dat de agenda het bedrijfsleven zal verleiden meer aan onderzoek uit te geven. IJdele hoop, want de industrie heeft zijn kruit al verschoten in de topsectoren. Het enige effect van deze miljoenen-exercitie zal zijn dat onderzoekers in hun aanvraag om subsidie graag zullen verwijzen naar de onderwerpen: ‘mijn onderzoek sluit prachtig aan bij thema X en de vragen Y en Z’. Al was het maar omdat de onderzoeksorganisaties dan wat meer welwillend zullen oordelen. Het zal uitsluitend leiden tot het plakken van nieuwe etiketten op bestaand onderzoek, vergelijkbaar met de chemicus die bij de opkomst van nanotechnologie opgetogen reageerde: ‘Dat deden we eigenlijk altijd al!’

De bewindslieden schermen graag met het unieke karakter van de Nederlandse aanpak. Nergens ter wereld heb je zoiets. Dat lijkt me een twijfelachtig argument. Het betekent dat Nederland het beter denkt te weten dan de rest van de wereld.

Nederland als gidsland, maar zonder geld. De tijden van een coördinerend minister van wetenschapsbeleid lijken terug te keren. In de jaren zeventig moest de toenmalige minister van Wetenschapsbeleid, Boy Trip, zijn collega-ministers overhalen om in onderzoek te investeren. Zelf had hij geen budget. Dit kabinet maakt het nog bonter: de bewindslieden moeten ook nog eens bedelen bij de bedrijven.

Dit is de laatste column van Fridus Valkema voor TW. We zijn hem dankbaar voor zijn jarenlange bijdragen over de zin en onzin rond innovatie en wetenschapsbeleid, die hij in een scherpe, typerende stijl feilloos wist te duiden.  

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×