Gerald Schut
Californië staat voor de uitdaging om een efficiënte manier te vinden om zijn immense potentieel aan zonne-energie op te slaan om de nachten te overbruggen. De uiterst gevarieerde podcast Planet Money van de Amerikaanse publieke radio NPR loopt met een topman van het energiebedrijf PG&E verschillende opties langs. Lithium-batterijen kunnen straks hooguit 10 % van de opslagbehoefte dekken. Over ‘vehicle to grid’ concludeert de podcast: ‘Misschien is het niet zo’n goed idee om je hele elektrische systeem te laten afhangen van de vraag of mensen op tijd thuis komen van hun werk.’
Wat dan wel? PG&E heeft $ 50 miljoen besteed aan onderzoek naar samengeperste lucht in een oud gasveld en heeft zelfs gedacht aan een gigantisch vliegwiel dat energie afgeeft als het nodig is. Nu zet het zijn kaarten op de bestaande techniek van pompcentrales. Die gigantische stuwmeren met opgepompt water, zoals de Bath County centrale in West-Virginia, halen een rendement van 80 %. De capaciteit Bath County is met 44 GWh bijna 500 keer groter dan die van de gigantische batterijen van Elon Musk in Australië. Het piekvermogen is met 3 GW 25 keer zo groot. Tientallen van dit soort mega-installaties zijn in de jaren ‘70 en ‘80 neergezet om ’s nachts atoomstroom op te slaan. Energieopslag is niet voor het eerst in de geschiedenis nodig om vraag en aanbod in balans te brengen.