De boer op met CERN-technologie

Leestijd: 3 minuten

Rijkert Knoppers

Vrijdag 27 juni kondigden kennisinstituten Nikhef en CERN de oprichting aan van het Nikhef-CERN Business Incubation Centre (BIC).

Deze organisatie moet bedrijven en ondernemers stimuleren om CERN-technologie, oorspronkelijk ontwikkeld voor de deeltjesversnellers in Genève, naar de commerciële markt te brengen.

De ondertekening van het contract vond plaats tijdens een symposium ter gelegenheid van de viering van het 60-jarig bestaan van CERN in de Lutherse Kerk aan het Spui in Amsterdam. ‘Subatomaire fysica is een goudmijn voor innovatie. Nikhef heeft al verschillende bedrijven helpen starten rond CERN-gerelateerde technologie, zoals Amsterdam Scientific Instruments,
Omics2Image en Sensiflex’, aldus Nikhef-directeur prof. dr. Frank Linde.

De toepassingen zijn divers. Amsterdam Scientific Instruments maakt detectoren voor bijvoorbeeld tandartsen en zaadveredelaars, de detectoren van Omics2Image zijn vooral bedoeld voor de biomedische markt en Sensiflex ontwikkelt meetsystemen voor het monitoren van bruggen en het uitlijnen van industriële installaties. Het BIC zal ondernemers als deze steunen in hun gebruik van technieken uit de hoge-energiefysica die door CERN zijn ontwikkeld, zoals deeltjesdetectoren, koeltechnologie en computing- en dataverwerking. Het centrum wordt gevestigd op het Amsterdam Science Park.

Bij het in 1954 opgerichte CERN, met het hoofdkantoor in Genève, doen ongeveer achtduizend wetenschappers uit ongeveer honderd landen onderzoek op het gebied van de fundamentele natuurkunde. Vanuit Nederland is het in Amsterdam gevestigde Nationaal instituut voor subatomaire fysica (Nikhef) partner van CERN. ‘In 1946 vond de oprichting plaats van het Instituut voor Kernphysisch Onderzoek (IKO), waarbij FOM, de gemeente Amsterdam en Philips betrokken waren’, vertelde Linde. ‘Een belangrijk wapenfeit in die tijd was de bouw van de cyclotron in 1949, de eerste van Europa. Later, in 1964, volgde de constructie van ’s werelds eerste silicium-strip detector, een meetinstrument dat tot vandaag de dag in gebruik is, onder meer in de Large Hadron Collider (LHC) bij CERN.’

Hoe grillig wetenschappelijke ontwikkelingen kunnen verlopen, liet Linde vervolgens zien aan de hand van de geschiedenis van de verlichting; van kaars tot gloeilamp, kwiklamp, fluorescerende spaarlamp en uiteindelijk led-verlichting. ‘Het frappante is dat je in geen enkel stadium kunt voorspellen hoe een volgende verlichtingsbron eruit zal zien.’

Daarvoor is eerst fundamenteel onderzoek nodig. Zoals ook de activiteiten van CERN niet commercieel zijn ingegeven, maar zijn bedoeld om de geheimen van de natuur te ontdekken. ‘Ons onderzoek richt zich onder meer op het begrijpen van de eerste momenten van de ruimte na de oerknal, 13,8 miljard jaar geleden. Om dat te kunnen doen, hebben we natuurlijk theoretische kennis nodig, maar ook technische apparatuur’, vertelde Rolf Heuer, directeur generaal van CERN. ‘Het gaat dan om versnellers, detectoren en bijvoorbeeld computernetwerken.’

Die ondersteunende technologie heeft vaak onvermoede toepassingen. Heuer noemde de ontwikkeling van het world wide web in 1989 door de Engelse, bij CERN werkzame wetenschapper Tim Berners-Lee als een belangrijke mijlpaal in de 60-jarige geschiedenis van het instituut, dat in 2012 met de ontdekking van het Higgs-deeltje een van de eigenlijke doelen realiseerde.

Dat het onderzoek naar fundamentele natuurkunde, waarop het Nikhef zich concentreert, de nodige spinoffs voor het bedrijfsleven heeft opgeleverd, bleek onder meer uit een presentatie van dr. Wim Walk, manager geophysical technologies bij Shell, en voorheen verbonden aan CERN. ‘Een van de overeenkomsten tussen Nikhef en Shell is dat we allebei op zoek zijn naar oplossingen die zich onder de grond bevinden’, aldus Walk. ‘Een voorbeeld van een techniek die voortkomt uit fundamenteel natuurkundig onderzoek is de laservibrometrie. Hiermee meten we met lasers trillingen van het aardoppervlak om zo heel nauwkeurig de ondergrond in kaart te brengen.’

Ook op het gebied van seismische geofysica werkt Shell samen met Nikhef. Zo heeft Nikhef een kleine energiezuinige sensor ontwikkeld, die draadloos seismische gegevens naar een datanetwerk kan doorseinen. ‘Hier is een spinoff-bedrijf uit voortgekomen, het in Amsterdam gevestigde Inno­Seis’, aldus Walk. ‘Seismisch onderzoek gaat vaak over gebieden van duizenden vierkante kilometer. Dankzij deze toepassing kunnen we op kosteneffectieve manier relevante gegevens verzamelen.’

Lees ook

Nieuwsbrief