Gerald Schut
In deze rubriek staat TW stil bij opmerkelijke feiten, die een verrassende blik werpen op de lopende actualiteit. Deze keer de verrassende rol van de Noorse popgroep A-ha in de snelle opmars van elektrische auto’s in Noorwegen.
In 1988 kochten A-ha en activist Frederic Hauge in Zwitserland een door een hobbyist in elkaar geknutselde rode elektrische Fiat Panda met een range van zo’n 50 km. Het was een statement in een tijd, waarin Elon Musk nog op de middelbare school zat. A-ha en Hauge vonden dat ze met hun elektrische Panda het morele recht hadden over tolwegen te rijden zonder te betalen.
Gevolg: een opeenstapeling van onbetaalde boetes, die bleef groeien tot de auto in beslag genomen werd en geveild. Maar omdat niemand een auto met een range van 50 km wilde hebben, kon Hauge de auto voor een appel en een ei weer terugkopen. Deze cyclus herhaalde zich vele malen. De pers dook erop en de politiek kreeg aandacht voor ondersteunende maatregelen voor elektrische auto’s.
Nu is Noorwegen het land met by far de meeste elektrische auto’s op de weg: 15%. Vier op de vijf nieuw verkochte auto’s is er elektrisch en daarbij tellen hybride exemplaren niet mee. Zo ontstaat in het land met de hoogste productie per capita van fossiele brandstoffen een noviteit. De gederfde belastinginkomsten door belastingvrijstellingen van deze elektrische auto’s bedragen inmiddels € 2,4 miljard. Genoeg om de nieuwe coalitie van sociaaldemocraten en groenen te laten overwegen het mes te zetten in belastingvoordelen voor elektrische auto’s.
In Nederland bedraagt dit batterij-vormige gat in de staatskas trouwens inmiddels ook € 500 miljoen per jaar. Op pagina 13 van dit nummer van TW legt columnist Auke Hoekstra uit waarom zulke lagere belastinginkomsten geen welvaartsverlies betekenen, maar uiteindelijk welvaartswinst. Want overheidsfinanciën zijn sowieso een kwestie van vestzak-broekzak.