Gerald Schut
Onderzoeksbureau CE Delft luidt de noodklok: om de overeengekomen CO2-reductie van 4,2 Mton in 2030 door elektrificatie van de industrie te realiseren moet dit jaar worden begonnen met de vereiste netverzwaring. Het doel is op sommige plekken, zoals bij industrie cluster Chemelot in Limburg, zelfs al niet meer op te tijd te halen.
In het rapport ‘Doorlooptijden investeringen elektrificatie: Inzicht in de tijdlijn van het klimaatakkoord’ heeft CE Delft, in opdracht van de koepel voor duurzame energieproducenten NVDE, de tijdpaden voor onder meer elektrische boilers en warmtepompen in de industrie op een rij gezet. Gemiddeld is daar – inclusief netverzwaring – 8,5 tot 10,5 jaar voor nodig, maar voor specifieke scenario’s kan het tijdspad oplopen tot wel 16 jaar. Complicerende factor is dat verbeteringen het liefst worden doorgevoerd op het moment dat apparaten in een fabriek toch al moeten worden stopgezet voor groot onderhoud; eens in de 2 tot 6 jaar. Dan moet de nieuwe aansluiting dus al gereed zijn.
Maar voorlopig houden industrie en netbeheerders elkaar gevangen in een impasse: een fabriek besluit pas te gaan elektrificeren als de aansluiting er ligt, terwijl de netbeheerder pas extra stroomkabels gaat ingraven op het moment dat de industrie heeft besloten te gaan elektrificeren. Als de stroomvraag van de industrie bovendien daadwerkelijk aantrekt zijn ook nog eens extra windparken op zee nodig, die ook weer een doorlooptijd hebben van 7 tot 10 jaar.
In de afgelopen nummers van TW waarschuwde hoogleraar Gert Jan Kramer (UU) dat de energietransitie dreigt vast te lopen op een gebrek aan regie en was consultant Margriet Kuijper fel over de afwezigheid van uitgewerkte plannen waarin cost, time en resources naast elkaar gezet worden. Voor grote infrastructurele werken in 2030 was de investeringsbeslissing gisteren, waarschuwde lector Martien Visser (Hanzehogeschool) al eerder.