CTBO: een slim plan voor klimaatneutraal aardgas

Leestijd: 11 minuten

Gerald Schut

Behalve de naam is eigenlijk alles aan het plan elegant. De carbon takeback obligation (CBTO) verplicht producenten van fossiele brandstoffen halverwege de eeuw om evenveel koolstof onder de grond te stoppen als ze eruit halen. Margriet Kuijper (ex-Shell), ‘mevrouw CCS’,  heeft met een diverse groep stakeholders een pilot voor ‘Paris compliant gas’ in de Nederlandse gassector geschetst. Het uitgangspunt wordt: ‘de vervuiler ruimt op’ in plaats van ‘de vervuiler betaalt’.

In 2050 moet de wereld klimaatneutraal zijn om de doelen van het Parijs-akkoord halen. Daarvoor moet de uitrol van duurzame energie enkele malen sneller dan nu. Maar volgens de meeste scenario’s zal ook in 2050 de wereldwijde consumptie van fossiele energie nog aanzienlijk zijn. Dan is opslag van CO2 onvermijdelijk, maar daarvoor ontbreekt vooralsnog een business model. Er zit nu al meer CO2 in de fossiele pijplijn dan de wereld tot 2050 mag uitstoten. De 50 grootste oliebedrijven willen de komende tien jaar hun productie met 35% verhogen, terwijl de emissies met 45% moeten dalen. Hoe is dat te verenigen?

Het antwoord luidt: carbon takeback obligation. Het concept garandeert niet alleen, dat de fossiele energie, die de wereld in 2050 toch nog gebruikt klimaatneutraal is, maar ook dat de emissies geleidelijk aan afnemen. Want het voorstel in ‘Carbon Takeback Obligation – A Producer Responsibility Scheme on the Way to a Climate Neutral Energy System‘ door Margriet Kuijper, De Gemeynt en Royal Haskoning DHV is namelijk om te beginnen met 10% CO2-opslag en jaarlijks met enkele procentpunten op te schalen tot 100% in 2050. Het gegeven, dat slechts 100 bedrijven 70% van de wereldwijde fossiele brandstoffen produceren, moet invoering relatief eenvoudig maken.

De Nederlandse gassector leent zich bij uitstek voor een pilot: alle benodigde cijfers liggen al klaar en het aantal betrokken partijen is beperkt. Bij introductie (10% in 2030) zou het huidige voorstel de gasprijs met minder dan een eurocent per m3 verhogen. Het zou bovendien Nederlands aardgas aantrekkelijker kunnen maken ten opzichte van ‘viezer’ Russisch gas. Margriet Kuijper is een vrouw met een visie. Ze legt uit hoe het plan de energietransitie robuuster kan maken.

‘Er zijn nu een heleboel regelingen die in de toekomst niet meer gaan werken, want er worden dingen dubbel geteld in verschillende rapportages. Dat geeft een onterechte gemoedsrust. Shell rekent in die propositie met bos dat gekapt zou worden, maar toch blijft staan. Het is vaak uiterst onzeker of er echt gekapt zou gaan worden en of er niet later of ergens anders nog alsnog gekapt wordt. Maar als Shell het equivalent van de emissies van jouw auto permanent op zou slaan met een bijvoorbeeld een olivijn-mineralisatie-project zou het een robuust product zijn.’

‘De ironie van fossiele brandstoffen is dat we veel meer betalen dan de productiekosten doordat het grootste deel van de consumentenprijs als belasting naar de overheid gaat. Als die bereid zou zijn met iets minder genoegen te nemen dan zou heel veel van de netto afvalverwerking [CO2 verwijdering dus] gewoon betaald kunnen worden zonder dat de prijs voor de consument hoger zou worden. Maar de overheid is ook gewend aan zijn inkomsten. De ngo’s noemen het meteen subsidie als de overheid 45 in plaats van 55 cent belasting per kuub gas zou heffen, ook als dat geld gebruikt zou worden om de CO2 af te vangen en op te slaan. Dat is het jammere van de hele discussie: er wordt nog steeds genoeg geld verdiend in de hele fossiele waardeketen. Op termijn verliest de overheid die belastinginkomsten toch als fossiel vervangen wordt door duurzaam Dus het zou veel slimmer zijn om die overheidsinkomsten actief uit te faseren zodat de overheid minder afhankelijk wordt van al die accijnzen. Door fossiele bedrijven te dwingen hun afval op te ruimen wordt die energie intrinsiek duurder, niet alleen maar duurder door belasting. Dan gaat de hele transitie geleidelijker en minder schoksgewijs. Nu doet ze het omgekeerd door de energiebelasting steeds een beetje te verhogen, waardoor ze juist alsmaar afhankelijker wordt van die inkomsten. Het is veel logischer om in plaats van de vervuiler te laten betalen de vervuiler de vervuiling te laten opruimen.’

‘Op dit moment zijn gek genoeg ngo’s en bedrijven een beetje elkaars partner in het naïeve idee dat het volstaat om maar snel genoeg alles op zon, wind en groene waterstof te zetten. Als we dat maar allemaal willen, dan zal het wel lukken. Elke cent die je besteedt aan het schoonmaken van fossiel is dan verspilling van tijd en geld. Maar daarmee houd je het oude lineaire business model van fossiel in stand, waarbij de externe kosten voor iemand anders zijn. De kans op zo’n snelle transitie is heel klein als je naar alle scenario’s kijkt, dus het risico is enorm dat je nog veel te lang blijft zitten met emissies van fossiele energie zonder er iets aan gedaan te hebben. Dat is echt riskant en niet slim. We moeten ons realiseren dat de wereld verslaafd is aan fossiele energie. We kunnen samen besluiten onder welke voorwaarden je nog fossiel mag gebruiken. Als de producent zijn eigen CO2 moet opruimen wordt fossiele energie sneller duurder en wordt duurzame energie interessanter. Je moet daar redelijk hard marktbeleid op voeren. Laten we opstartprojecten met CCS financieren om te kijken wat technisch mogelijk is, maar daarna moet fossiel zijn eigen broek ophouden en de kosten gaan internaliseren.

‘Emissies zie je niet. Als ze in pijp zitten, kan je ze nog meten. Maar zodra ze in de lucht zitten ben je ze kwijt. Monitoring en accounting zijn moeilijk. Via satellietmetingen vinden we nieuwe bronnen van emissies. Door voor koolstof ook een voorraadsysteem op te zetten ga je het systeem aan twee kanten in de gaten houden en zie je discrepanties eerder.

Source: Carbon Takeback Obligation - A Producer Responsibility Scheme on the Way to a Climate Neutral Energy System. Image design: Deloitte

Source: Carbon Takeback Obligation – A Producer Responsibility Scheme on the Way to a Climate Neutral Energy System. Image design: Deloitte

Dat inzicht is ook een voordeel van ons systeem. Je gaat meten wat er in en uit de voorraden gaat (geologische koolstof, biologische koolstof) en wat er in uit de de atmosfeer gehaald wordt. Dat moet met elkaar kloppen’

‘We hebben nu vooral een aantal stakeholder sessies gehad met ngo’s, bedrijfsleven, wetenschap en investeerders om uit te vinden hoe zo’n instrument werkt en welke keuzes en randvoorwaarden relevant zijn. De uitkomst is dat eigenlijk iedereen dit een interessant instrument vindt, dat het verdient om verder onderzocht te worden. Net als bij de discussie over een nationale CO2-heffing gaat het al snel over een level playing field. Moet dat niet Europees of mondiaal? Je wilt iets vinden, dat nationaal is in te voeren en je daarna geografisch kunt opschalen.

‘Het is duidelijk dat een EU-land niet zomaar importheffingen kan invoeren. Dus grenscorrecties zullen altijd aan de rand van Europa moeten plaatsvinden en niet aan de grens van Nederland. Als je dit voor de Nederlandse gassector invoert, hoe zorg je dan voor een level playing field, waarbij niet alleen de Nederlandse gasproducent betaalt, maar ook de importeur van buitenlands gas? Daarvoor onderzoeken we nu de inzet van uitgebreide producent verantwoordelijkheid (UPV). Om de circulaire economie te stimuleren heeft de koning in oktober  een besluit ondertekend waardoor producenten of importeurs van onder meer elektronica, verpakkingen en autobanden verantwoordelijk worden voor het verwerken van het afval. Dat mag wél op nationaal niveau. Het is geen importbeperking, maar een voorwaarde om iets op de markt te mogen brengen. Op Europees niveau zijn er ook doelen voor, maar als land mag je je eigen doelen stellen. We gaan nu juridisch onderzoeken of je dit mechanisme kunt toepassen op de verkoop van aardgas in Nederland. We hebben ook veel contact met klimaatwetenschapper Myles Allen en anderen in het VK, die het concept in 2009 bedachten en partijen in Noorwegen die werken aan grootschalige CO2-opslag en dus ook belang hebben om het idee verder uit te werken. We hopen dat we snel een Noordzee-alliantie kunnen smeden als Nederland of Engeland de eerste stap heeft gezet. Denemarken heeft ook CCS-plannen. Duitsland heeft ook veel belang bij CCS in andere landen. Dan krijg je echt al een internationale markt waar je CO2-opslagcertificaten kunt kopen van de goedkoopste aanbieder.’

‘Lekker meeliften met Duitsland. Kijk, Duitsland heeft zelf geen mogelijkheden voor CO2-opslag en moet uiteindelijk zowel blauwe als groene waterstof gaan importeren. Duitsland heeft al heel veel technologische kennis op het gebied van groene waterstof. Laat Nederland inzetten op blauwe waterstof en dat ruilen tegen groene waterstof-technologie die Duitsland ontwikkelt. Laten we in ieder geval samen een waterstofinfrastructuur ontwikkelen. Als iemand nu een fabriek bouwt, moet hij nadenken over de vraag: kan dit helemaal elektrisch of gaan we ook waterstof nodig hebben? Daar moet zo snel mogelijk infrastructuur voor komen. Ik ben het helemaal eens met Thijs ten Brinck dat groene waterstof opschalen op een moment, waarop je nog niet genoeg groene stroom hebt onzin is. Dan wordt het heel vervuilende waterstof. Maar je moet voorkomen dat je een lock in krijgt van bewoners of bedrijven op aardgas, want dat wil je kwijt. Dus iedereen die waterstof wil, moet dat kunnen krijgen. Nederland moet vol inzetten op blauwe waterstof. Ik denk dat de carbon takeback obligation daarbij een enorme boost voor innovatie kan zijn.

‘Er is geen enkel excuus om aardgas in de toekomst als aardgas te verkopen aan partijen die dat niet kunnen afvangen. Alle diffuse gebruikers moeten gewoon over naar elektriciteit, waterstof of een warmtenet. Daarom moet alle gebruikersinfrastructuur op aangepast worden. Als groene waterstof uiteindelijk goedkoper wordt dan verdwijnt de blauwe vanzelf. Het is een luxeprobleem als je dan die fabrieken voor blauwe waterstof niet meer nodig hebt.

‘Blauwe waterstof is ook een prachtig exportproduct. Er worden nog steeds nieuwe aardgasvelden gevonden. Je kunt tegen landen in Afrika en Zuid-Amerika niet zeggen dat ze dat gas dan maar in de grond moeten laten zitten. Maar je kunt er dankzij CCS wel schone waterstof en elektriciteit van maken.’

‘Heel veel mensen begrijpen niet hoeveel energie we gebruiken. Ze denken dat als we allemaal een paar zonnepanelen op ons dak doen, het probleem opgelost is. Dat het alleen een kwestie van politieke wil is. Er wordt compleet onderschat hoe groot ons energiesysteem is.

‘Waar ik me ook steeds meer aan erger is dat er geen goed doordachte concrete plannen liggen voor de energietransitie. Als project manager moet je altijd een bar chart (planning) maken en aangeven wat de benodigde cost, time en resources zijn. Iedereen roept maar doelen voor 2030 zonder projectplanning. Hoeveel vergunningstrajecten en mankracht heb je nodig? Er wordt gewoon niet nagedacht op een praktische manier. Voor grote infrastructurele projecten is 2030 niet ver weg meer. Daar kan en moet je in meer detail voor kunnen plannen. De energietransitie wordt gestopt in het soort PBL-modellen waarin voornamelijk gekeken wordt naar kosten per energie-eenheid, maar zonder een gedegen (cost, time, resources) projectplanning. Heeft de overheid bijvoorbeeld zelf überhaupt wel de mensen om zo snel op te schalen als nodig met warmtenetten, waterstofinfrastructuur, netverzwaring, noem maar op?’

‘Het lastigste om te begrijpen is dat carbon storage units geen emissie credits zijn, die je van je emissies kunt aftrekken. Het gaat om twee losstaande accounting systemen. Ons voorstel is in feite een voorraadmanagementsysteem. Als je koolstof uit de geologische voorraad haalt, moet je ook iets terug stoppen. Door koolstof op te slaan verdien je carbon storage units of credits. Die hebben geen waarde op zich en zijn niet verhandelbaar als emissierecht. Maar je hebt ze nodig (moet ze inleveren) om olie en/of gas te mogen produceren. Je kunt een parallel trekken met de discussie rond biomassa. Als je een boom kapt moet je ook aantonen dat die koolstof elders weer wordt vastgelegd door aanplant. Het rare is dat bij biomassa de emissies tellen op het moment dat je kapt. Niet op het moment dat je het elders verbrandt in een centrale. Met fossiel doe je het omgekeerde. Het zou op de langere termijn logisch zijn om ‘carbon management’ van die twee systemen (geologische koolstof en biologische koolstof) consistenter te maken en makkelijker te begrijpen voor het bredere publiek. We schetsen dit perspectief voor de langere termijn ook in ons rapport omdat je er met de carbon takeback obligation (CBTO) op een gegeven moment tegenaan loopt dat er geen grote puntbronnen meer zijn, waar je makkelijk CO2 kunt afvangen. Je moet dus ook gaan denken over andere manieren om koolstof ergens vandaan te halen die je kunt opslaan. Bedrijven zullen, denk ik, al snel blauwe waterstof gaan verkopen in plaats van gas. Zodra er waterstof-infrastructuur is, wordt het voor een gasproducent interessanter om zelf de CO2 er af te halen en het als waterstof te verkopen. Dat zal snel gaan lopen. Maar veel kleinere partijen kunnen zelf geen CO2 afvangen. De enige manier, waarop die op de langere termijn aardgas kunnen blijven gebruiken is in combinatie met direct air capture (DAC) of opslag van koolstof na verbranding van biomassa (BECCS). Op dit moment is de accounting van afvang en opslag via biomassa (of DAC) nog niet goed geregeld.’

‘Ja, dat klopt. Dat is geheel in lijn met het ‘vervuiler betaalt’ principe, en nodig om alternatieven aantrekkelijker te maken. Je zult zien dat er snel deals komen met partijen waar afvang relatief eenvoudig is. Er zal een wisselwerking ontstaan met het Europese emissierechtensysteem (ETS). Die beschrijven we ook in het rapport. Maar als alle puntbronnen ingesloten of afgevangen zijn, wat we natuurlijk willen, dan blijven DAC en BECCS als enige opties over. Dat wordt inderdaad duurder als het afvangen moeilijker wordt. Maar we moeten ook niet overdrijven. Nu betaal je als particulier bijna 80 eurocent voor een kuub gas. Daarvan bestaat 50 à 60 cent uit belastingen. Van dat geld kan je over enkele decennia de benodigde CO2 uit de lucht afvangen als DAC plus CSS inderdaad 2 à 3 keer zo goedkoop wordt als nu en $280 per ton gaat kosten, zoals verwacht wordt. Dan zouden dus warmtegebruikers, die echt niet kunnen elektrificeren en niet op een warmtenet kunnen, dus voor ongeveer hetzelfde tarief als nu gas blijven gebruiken als de overheid die belastinginkomsten laat schieten. Ik suggereer niet dat de overheid dit direct zou moeten doen, maar dit voorbeeld laat wel zien dat de extra kosten ongeveer net zo hoog zouden zijn als de extra kosten die we nu betalen aan belastingen. De verwachtingen van DAC zijn hooggespannen, vooral in de VS. Elon Musk heeft net nog $ 100 miljoen uitgetrokken voor de Xprize voor CO2-afvang.’

‘Daar wordt het gestimuleerd via de fiscale maatregel 45Q. Daarmee kan je $35 per ton CO2 aftrekken als je het gebruikt voor oliewinning uit de bodem (enhanced oil recovery, EOR) en $50 per ton als je het opslaat al CCS. Mogelijk wordt het een direct voordeel. Ik vind het wel grappig om het verschil met Nederland te zien. Hier wordt voor de SDE++ met complexe rekenmethoden per toepassing en technologie precies berekend hoeveel de onrendabele top zou mogen zijn.  . Ik vind die boude Amerikaanse aanpak wel verfrissend. Het is heel transparant en schept duidelijkheid. De verwachting is dat daardoor in de VS de komende jaren nogal wat projectjes zullen ontstaan. In Nederland lijkt er in 2030 voor de industrie jaarlijks 7 Mton CCS te komen, de helft van de opgave voor die sector. Maar als de opgave in 2030 van de 49% CO2-reductie uit het klimaatakkoord naar de nieuwe Europese doelstelling van 55% moet worden opgeschroefd is dat volgens de industrie alleen haalbaar met meer CCS. In de nieuwe subsidieregeling SDE++ gaat waarschijnlijk 40 à 50 % van de beschikbare € 5 miljard naar CCS, maar dat levert wel 60 à 70 % van de totale emissiereductie. Als value for money een belangrijk doel is voor de overheid, is dat niet gek.’

‘In Nederland en Europa kwam de eerste golf van CCS tussen 2005 en 2012 eigenlijk vlak voor Parijs. Die was vooral gericht op kolencentrales. Daar komt het meeste CO2 uit de schoorsteen en daar is de concentratie het hoogst, dus de kosten per ton CO2-reductie zijn er per definitie laag. In de Eemshaven en Rotterdam zou dat in de nieuwe centrales ook met Europees geld gaan gebeuren. Maar op hetzelfde moment werden kolen controversieel. Het idee werd dominant, dat we eigenlijk überhaupt geen kolen meer moeten willen vanuit klimaatperspectief. Sommige ngo’s steunden capture ready kolencentrales, maar daar is het nooit van gekomen door de succesvolle anti-kolencampagne van andere ngo’s. ROAD in Rotterdam is in 2015 definitief afgeblazen toen duidelijk was dat een CCS-installatie daar maar een heel beperkte levensduur zou hebben door het aankomende kolenverbod. Het perspectief is dus gekanteld. Eerst zou de industrie als laatste aan de beurt komen, omdat CCS er duurder is en lastiger te implementeren door de diversiteit aan installaties, terwijl het nu gezien wordt als meest logische plek om te beginnen, omdat er in die sector geen alternatief is. Zon en wind zijn veel sneller goedkoop geworden dan in 2005 werd gedacht. Daardoor is CCS in elektriciteitscentrales minder voor de hand liggend geworden. Nu zijn CCS voor industrie, CCS voor blauwe waterstof en op termijn CCS om CO2 uit de atmosfeer op te slaan de hoofdredenen voor CCS geworden. Ik denk dat daarmee het verhaal logischer is geworden en beter aansluit bij het idee dat prioriteit nummer 1 nu is om zo snel mogelijk duurzame energie op te schalen.’

‘Wij presenteren dit inderdaad vaak als een vangnet ‘voor de zekerheid’ zodat, terwijl we zo snel mogelijk overschakelen op meer duurzame energie, tegelijk ook ervoor zorgen dat het gebruik van fossiele producten veel schoner en duurder wordt. Dit moet zonder meer heel goed kunnen werken, maar politiek gemarchandeer ligt altijd op de loer. Als de prijsopslag hoger wordt, zou kan politiek in de verleiding komen om de percentages takeback obligation terug te schroeven. Daarom ben ik ook een groot voorstander van een onafhankelijk orgaan dat verantwoordelijk is voor het halen van de klimaatdoelen, zoals ze in Californië hebben en het Climate Change Committee (CCC) in het VK.’

 

 

Lees ook

Nieuwsbrief